hier gegevene verhalen kort en hoofdzakelijk aan te stippen. Wij melden vooraf, dat alles hier behandeld werd voor bevoegde regtbanken en door zeer eerlijke en gemoedelijke regters.
Joseph salmon, of het slagtoffer der wraak, een, wat de hoofdpunten betreft, verdicht verhaal, is bewijs, hoe de onschuldige veroordeeld worden kan, wanneer de uitspraak van schuld volstrekt onbepaald, en in elk geval, afhangen moet van de overtuiging van den regter. De volstrekt onschuldige, brave man werd, ingevolge regterlijk vonnis, tot geeseling en tuchthuisstraf gedoemd. Bij de lezing van de daadzaken en den loop van het regtsgeding voelt men, dat de overtuiging des regters bijna niet anders dan den man schuldig houden kon. Booswichten, den man vijandig, hadden hem aangegeven als hunnen medepligtige. Toen deze, na geëindigde straf, hunne kwaadaardige leugen vrijwillig erkenden, en daarop nu ook 's mans onschuld volkomen blijken kon, had de man zijne geeseling en eenige jaren tuchthuisstraf weg; zijne vrouw was in ellende gestorven; zijne kinderen waren in ongeluk, en zijne broodwinning te niet. Nu zou men toch dadelijk ontslag, herstel van eer, en ruime schavergoeding verwacht hebben! Maar hierin bedriegt men zich: het eens geslagen vonnis houdt, volgens het Fransche wetboek, volle kracht. Dat wetboek sprak ook de valsche beschuldigers van joseph salmon vrij van alle straf. Gelukkig nog voor den geheel onregtvaardig gegeeselden en tot tuchthuisstraf veroordeelden man, dat hij nu aan den Koning NB. gratie vragen kon; hij kreeg dan nu ook gratie, en kon daarmede naar huis gaan; want er bestaat bij het tegenwoordig (kostelijk? of verfoeijelijk?) wetboek geene magt, om een eens geslagen vonnis te vernietigen, al blijkt het ook naderhand zonneklaar, dat de onschuld door zoodanig vonnis veroordeeld is.
Jan m., of de beschuldigde van brandstichting, was werkelijk schuldig aan brandstichting, en na zijne vrijspraak bleek dit duidelijk; maar die ontdekking kwam te laat: want de wet laat niet toe, dat, hoe duidelijk de schuld daarna ook moge blijken, een eens vrijgesproken beklaagde, om dezelfde zaak, andermaal gemoeid worde.
De Linnenwever jan baptist en zijne vrouw werden beiden veroordeeld op gemoedelijke overtuiging van den regter, en hun terughouden van klagt bij het ondergaan hun-