Nog iets wegens het doorboren van een schip door een' zwaardvisch.
Mijn Heer!
Ik las in uwe Letteroefeningen voor 1821. No. XI. van eene doorboring van een Schip door een' Zwaardvisch, en herinnerde mij dadelijk, dat een dergelijk geval aan een' onzer Oostindievaarders was overgekomen. In de jaren 1760 à 1770 was een der O.I. schepen op deszelfs terugreize in het sterk zeilen merkelijk tegengehouden, toen men een' sterken stoot gevoelde, alsof het schip raakte, en oogenblikkelijk was de zee rondom het schip met veel bloeds geverwd: het schip te huis komende, en op de O.I. werf gebragt om te repareren, vond men in de kiel een' zwaren hoorn zeer diep daarin steken; en, zoo ik meene, wordt dezelve nog te Amsterdam op het O.I. Huis bewaard. De Heer v.d. H..., met dat schip uit Oostindie overgekomen, heeft zulks dikwerf verhaald. Mogelijk vindt UEd. dit geval belangrijk genoeg, om het in een volgend Nommer te plaatsen.
Uw bestendige Lezer
L.
's Hage, 1 October 1821.