Eene kleine bijdrage tot de natuurlijke historie der kanarievogels.
Een wijfjes-kanarievogel van den Heer de france zat op drie eijeren; zonder bekende oorzaak, kwamen twee jongen omtrent acht dagen vroeger uit dan het derde; vermoedelijk, echter, was dit ei eens voor eene poos weggenomen en uit het nest gebleven; doch, wat hiervan zijn moge, de beide gekipte vogeltjes werden door de ouden gevoed, terwijl het derde ei, tot dat het desgelijks uitkwam, werd gebroed. Vanhier dan ook, dat de laatst aangekomene langer, dan de beide anderen, moest verzorgd worden. De ouden werden zulks moede, en bij het mannetje verkeerde zelfs de liefde in haat, en poogde hij het jong te pikken en te verdrijven. Om hetzelve daarvoor te beveiligen, plaatste de Heer de france de drie jongen in eene andere kooi: met de twee, die alleen aten, ging het zeer wel; maar de derde leed honger, schreeuwde, en hunkerde, met wijdgeopenden snavel, als een jonge spreeuw, naar voedsel. Zijne beide broeders of zusters sloegen daarop in den aanvang weinig acht; maar wat later scheen derzelver medelijden te ontwaken; zij begonnen den armen verschoveling van het benoodigde voedsel te verzorgen, en vervulden voorts onafgebroken, met veel ijver, den ouderpligt jegens hem, met dat gevolg, dat ook deze weldra in staat geraakte om zichzelven te voeden.