Deze schilderstukken werden algemeen zeer geprezen, en het geroep daarvan verspreidde zich weldra tot zelfs verre buitenslands.
Toen nu van loo gestorven was, en, gelijk, helaas! bij zoo menigen kunstenaar het gevalis, zijne erfgenamen juist niet in de gunstigste omstandigheden had achtergelaten, besloot Mevrouw de geoffroy, de beide schilderstukken van dezen voortreffelijken kunstenaar, die nu, nadat de hand, die weleer zoo meesterlijk het penseel voerde, verstijfd was, aanmerkelijk in waarde gestegen waren, openlijk ten verkoop aan te bieden. Zij werden te dien einde in de Louvre ten toon gesteld, opdat ieder ze zien en over derzelver waarde zou kunnen oordeelen.
Catharina de II, Keizerin van Rusland, hiervan kennis gekregen hebbende, gaf bevel, deze stukken voor eenen onbepaalden prijs te koopen. Bij de openlijke veiling kwam het hoogste bod tot op 34,000 Livres, voor welken prijs de Keizerin eigenaresse werd, die denzelven ook terstond bij de ontvangst deed betalen. Mevrouw de geoffroy had naauwelijks dit geld ontvangen, of zij zond 30,000 Livres, zijnde het montant van 't geen de verkoop meer dan de voorheen betaalde gelden had opgeleverd, aan de weduwe van den kunstenaar, en deed die som van den volgenden brief verzeld gaan:
Mevrouw!
Vóór eenige jaren heb ik uwen echtgenoot, op twee schilderijen, 4000 Livres voorgeschoten. Daar hij echter wel zag, dat deze stukken mij bij uitnemendheid bevielen, had hij de goedheid mij die te laten, en ze nooit weder terug te vragen. Ik heb dezelve nu gisteren verkocht voor eene som, die mij het genoegen schenkt, u hierbij nog 30,000 Livres, als uwen wettigen eigendom, te doen toekomen. Ik had misschien, vóór ik het waagde den verkoop dezer stukken te doen, uwe toestemming tot denzelven moeten vragen. Ik bid u echter, dit verzuim niet aan gebrek van achting, maar aan eenen vriendschappelijken ijver toe te schrijven, om u van dienst te zijn; en houd u overtuigd, dat ik, met dezelfde gezindheid, steeds zal blijven, enz.