| |
Eene merkwaardige regtzaak.
Sir thomas herford was afkomstig uit een der aanzienlijkste huizen in Ierland; zijn vermogen was aanzienlijk. Henriette, zijne eenige dochter, telde naauwelijks zestien jaren, en was een bekoorlijk meisje. Haar gevoelvol hart kreeg weldra achting voor tom greenny, den jongsten zoon eener beroemde familie. Hij had slechts een middelmatig inkomen te wachten; want de voornaamste erfgenaam was Sir james, zijn ouder broeder, voor wien zijne ouders alle mogelijke zorg droegen, en die alle voorregten reeds lang genoot. Hij zag henriette, en beminde haar; maar slechts tom gelukte het, haar te behagen. Gelukkig door overeenstemming van gevoelens, hielden zij zich slechts met de middelen bezig, die hen het spoedigst voor het altaar konden vereenigen. Milady herford scheen tom greenny zeer te achten; want hij wist door bestendige verkleefdheid en aanhoudenden ijver zich aan te bevelen.
Terwijl hij naar de goedkeuring van henriettes ouderen streefde, dong Sir james naar hare hand; hare schoonheid betooverde hem, maar de erfenis niet minder. De schatten van beide familiën konden zijn huis een' nieuwen glans verleenen. Meer behoefde er niet, om de verbindtenis wenschelijk te maken. Hij droeg zijn plannetje zijne ouders voor. Deze draalden geenszins, om deswege met Sir thomas herford te spreken. Het voordeel was aan wederzijden. Henriettes vader gaf zijne toestemming tot een huwelijk, hetwelk geene scheiding van zijne geliefde dochter vorderde, want verwijdering had hem inderdaad gesmart; maar hij stelde de trouwplegtigheid uit, tot hij van eene noodwendige reis naar Duitschland terugkwam. Na twee maanden wilde hij vertrekken, en zijne afwezigheid zou bijna een jaar duren. Zekerlijk een lang uitstel; maar hen- | |
| |
kiette was nog jong, en de liefde van james niet zeer hevig.
Weldra verspreidde zich het gerucht van deze verbindtenis. Henriette vernam hetzelve met schrik; zij leed met tom greenny. De arme jongeling was wanhopig; hij verwenschte zijn noodlot, zijn' broeder, en klaagde den Hemel aan; zijne geliesde weende met hem. Op zekeren avond waren zij alleen; zij genoten de smartelijke weldaad, zonder getuigen te kunnen jammeren; zij omhelsden elkander onder tranen, en zwoeren elkander eeuwige trouw. Deze verzekeringen werden door onschuldige liefkozingen afgebroken, die echter allengs ontaardden. Tom was teeder en heftig; henriette beminde. Beiden vergaten zich, en kwamen slechts tot be zinning om over hunne zwakheid te blozen. Het zorgelijke van hunnen toestand vermeerderde. Henriette was ontroostbaar. Tom noemde zich den afschuwelijksten barbaar. Het weenen zijner geliefde doorboorde zijn hart. De bedwelming ging voorbij; smart en berouw bleven hem slechts over. Nog een jaar zagen zij voor zich. Welke veranderingen konden in hetzelve voorvallen! Tom greenny hechtte zich gretig aan deze hoop, en verlokte henriette tot een' gelijken droom. Een paar maanden verliepen; de schijntroost verdween, en de wanhoop greep beiden aan. Henriette gevoelde de gevolgen van hare zwakheid; zij wist nu, dat zij moeder worden zou, en deze akelige zekerheid sloeg haar geheel ter neder. Eene ijsselijke en smaadvolle toekomst vertoonde zich voor haren geest. De rust was haar hart ontvlugt. Toms gemoed was verscheurd. Klagten baatten niets. Haar helpen? Hoe vermogt hij zulks? Vader en moeder den misstap bekennen? Geen van beiden had den moed daartoe. Om den eersten misslag te vergoeden, begingen zij een' tweeden; maar de eerste maakte dezen noodig. Zij besloten, zich heimelijk te laten trouwen. Henriette wilde eerst haar vaders reis afwachten.
Tom had inmiddels een' geestelijke overgehaald, en bezorgde al het noodige om het huwelijk te voltrekken. Vergeefs!
Sir james bemerkte de herhaalde zamenkomsten van zijn' broeder met henriette, werd overtuigd, dat beider harten elkander verstonden, en wilde den gevaarlijken medeminnaar verwijderen. Zijne familie bewilligde daarin, en beloofde hem haren bijstand. Twee dagen na het vertrek van Sir thomas, in denzelfden nacht, dat tom greenny voor
| |
| |
altoos met zijne aangebedene vereenigd zou worden, in het oogenblik, dat hij naar hare kamer ging, werd hij door acht vermomden vastgehouden als een booswicht, en op een schip gebragt, dat naar Oostindie vertrok. Men verbeelde zich zijne smart, zijne woede over deze gewelddadige handelwijze! Hij was bewust van henriettes toestand; hij wilde sterven, en moest leven. Hij hoopte nogtans spoedig weder naar Europa te keeren; maar ook deze hoop werd verijdeld.
Henriette had intusschen haren tom den ganschen nacht gewacht; zij kreeg hem ook den volgenden dag niet te zien. Verliet hij haar? of vanwaar kon deze veronachtzaming voortkomen? Zij vernam weldra de ware oorzaak. Hare wanhoop steeg ten top; zij wilde de hand aan zichzelve slaan. Het buitengewone van haar ongeluk gaf haar den moed om hetzelve door te staan. Redding was ondenkbaar. Zij droogde hare tranen, en weende slechts in haar hart voort. Zij besloot alles hare moeder te ontdekken. De verwijtingen, welke zij waarschijnlijk te gemoet ging, waren toch niet te vergelijken bij die, welke zij zichzelve deed. Daarom aarzelde zij niet. Zij vloog in haar moeders kamer, wierp zich aan hare voeten, bragt haar in verbazing, en roerde haar door eene openhartige bekentenis van haren afkeer van Sir james, hare genegenheid voor tomgreenny, en den treurigen toestand, waarin een zwak oogenblik haar had gebragt. De inspanning, welke dit verhaal haar kostte, putte haar uit; zij versmolt in tranen, en kon het einde naauwelijks uitstamelen.
De moeder, ontsteld, verrast, nedergeslagen, verward, was buiten staat om een enkel woord te spreken. Henriettes overspanning bij dit vreesselijk berigt, de kinderlijke tranen en de onmagt, die zij nabij was, verkondigden haar genoeg de smart en het berouw harer dochter. Zij heft de oogen ten hemel, slaat ze op de ongelukkige, en versmelt met haar in tranen; zij houdt de verdiende verwijten (ach! zij hielpen toch niets) moederlijk terug, gaat naar hare kamer, denkt na, hoe zij de schande der berouwhebbende aan de oogen der wereld kan onttrekken, vormt en verwerpt plannen, keert eindelijk bedaarder weder tot haar kind, en zegt: ‘Henriette! gij hebt, belaas! vergeten, wat gij uzelve, wat gij uwe ouders verschuldigd waart. Hoe zal Sir herford dit berigt opnemen? Hoe hebt gij zijne en mijne teederheid beloond! Uwe schande, die geene tra- | |
| |
nen uitwisschen, valt ook op ons hoosd. Gij perst ook mij bittere tranen as. Maar weenen baat hier niets. Ik wil u het verschrikkelijke, schaamrood voor alle menschen te staan, besparen. Verberg, wat gij u te verwijten hebt, diep in uw hart: het zal u genoeg martelen. Ook Sir herford zal niets van uwe schande vernemen. Ik ben verpligt hem te sparen: hij zou zich diep ongelukkig gevoelen. Ik wil uw kind tot moeder verstrekken.’
Zij deed het. Van tijd tot tijd klaagde zij over onpasselijkheden. Zij vertrouwde aan eenige vriendinnen, dat zij nogmaals moeder worden zou; ja, zij schreef dit aan haren echtgenoot, die dit berigt met verrukking ontving, en wien het speet, dat hij afwezig was, en niet in persoon zorg voor haar kon dragen. Lady herford was blijde over zijne afwezigheid, die hare schikkingen begunstigde. Het gerucht van hare zwangerheid verspreidde zich in 't kort overal. Sir james alleen was daarover misnoegd: henriette verloor in dezelfde mate aan beminnelijkheid in zijne oogen, als haar vermogen nu verminderd was.
Lady herford begaf zich naar haar landgoed, onder voorwendsel, dat de lucht aldaar gezonder was. Zij nam hare dochter mede, die zij voor ieders oogen verbergen moest, tot zij een' zoon baarde, die als een kind van herford werd opgevoed. De familie greenny brak eensklaps alle betrekkingen met die van herford af; want henriette was geene rijke erfgename meer.
Henriette kwam te Dublin terug, schooner dan ooit. Haar kwijnend voorkomen maakte haar nog interessanter: men schreef dit toe aan de landlucht. Sir thomas herford bespoedigde zijne terugkomst, om zijne echtgenoote des te eerder te omhelzen. De nieuwe stamhouder maakte haar hem nog dierbaarder. Henriette zag haren zoon onder hare oogen opgroeijen. Zij mogt, zonder bedwang, hem al hare teederheid bewijzen: de moedernaam verborg zich onder dien van zuster.
Sir thomas herford stierf eenige jaren daarna, zonder in het geheim ingewijd te zijn; zijne echtgenoote volgde hem weldra in het g af. De geboorte van den jongen herford werd nimmer opgehelderd. Henriette wederhield hare moeder altijd van elke oplossing des raadsels. Dit geheim alleen waarborgde haar zoons naam en geluk. Zij liet zich het genoegen niet ontnemen van hem zelve op te voeden. Dit was zijn ongeluk. Alle gebreken van haren afgod
| |
| |
zag zij met de toegevendheid eener moeder aan. Welligt had hij haar gehoorzaamd, wanneer hij zijne betrekking tot haar gekend had; als broeder, integendeel, veroorzaakte hij zijne zuster veel verdriet. Dikwijls beweende zij nog hare zwakheid, die hem het leven gaf, en verdroeg haar lijden geduldig, als eene regtvaardige straf voor haren misstap. De jonge herford bereikte den ouderdom, dat hij zijn eigen meester werd. Als erfgenaam van een aanzienlijk vermogen, en als hoofd eener familie, liet hij zijner vermeende zuster dikwijls zijn voorregt gevoelen. Welk een zeldzame en sinartelijke toestand!
Terwijl zij eenzaam en mishandeld zuchtte, kwam tom greenny in Europa terug. Men had hem geschreven, dat henriette dood was; en slechts dit droevig berigt hield hem langer in Oostindie op. Hij had aldaar een onmetelijk vermogen verworven, waarvan hij nu in zijn vaderland wilde leven. Men verbeelde zich zijne verrassing, toen hij in Dublin vernam, dat hij bedrogen was, dat henriette nog leefde, en nog vrij, maar - ongelukkig was! Hij had haar niet vergeten, en vloog naar haar toe. Hij kon zijne lange afwezigheid door bedriegelijke brieven, die hij geloof geven moest, regtvaardigen. Hunne eerste liefde ontwaakte weder, minder hevig, maar even zoo teeder. Henriette helderde hem weldra alles op. Met welk eene blijdschap vernam hij, dat Sir herford zijn zoon was! ‘Ik ben uw echtgenoot,’ zeide hij tegen henriette; ‘de nacht, die ons scheidde, moest ons voor eeuwig vereenigen. Wij behooren elkander door het verlangen onzer harten en door onze eeden. De Hemel zal ons verbond heiligen.’
Henriette gaf hem hare hand, en beloofde hem nieuwe liesde en trouw; echter waagde zij het, hem dringend te bidden, dat hij het geheim van Sir herfords geboorte niet zou ontdekken. Zij was beducht voor een opzien, waarover zij zich had te schamen. Tom greenny bewilligde echter ongaarne in dit bedenkelijk punt; hij kon henriette niets weigeren; hij hoopte later haren wederstand te overwinnen, en dacht slechts aan zijn op handen geluk.
Sir herford zag het huwelijk zijner zuster met tegenzin; hij rekende er reeds op, dat zij nimmer zou trouwen; hij miste reeds bij voorraad, wat zij van de ouderlijke nalatenschap medeuam; hij wees de voorslagen ter deeling, onder nietige uitvlugten, van de hand. Tom greenny werd
| |
| |
driftig; het kwam tot eene heftige woordenwisseling. Tom sprak met al den nadruk, waartoe de vadertitel hem het regt gaf. Herford, door dezen hem tot hiertoe ongewonen toon getergd, verzocht hem koel, minder meesterachtig te spreken, of liever te zwijgen. Tom wilde antwoorden. ‘Dat is te veel!’ riep de trotsche; ‘gij zult weten, dat het, na mijn' raad om te zwijgen, uitzinnigheid en beleediging is, te willen voorttwisten; dit geschiedt bij mij nooit ongestraft, en,’ ‘de hand aan den degen slaande, “hier is mijn antwoord!” - “Wat zie ik!” riep tom, en sprong verschrikt terug; “wat doet gij?” - “Hetgeen billijk is. Verdedig u!” - “Hemel! waar ben ik?” - “Laat alle verwondering en uitroeping weg: dit zijn armzalige tegenwapenen. Verwacht geene verschooning van mij.” - “Rampzalige!... Mij wilt gij vermoorden? Wanneer gij wist...” - Ik weet, dat ik beleedigd ben, en eisch voldoening. Kunt gij nog aarzelen, bloodaard?’ - ‘Herford! uitzinnige! kent gij mij?’ - ‘o Ja! ik leer tom greenny kennen als een' lafhartige, wien de wetten der eer vreemd zijn, en die bij mij school gaan moet. Wie den dood vreest, vermijde beleedigingen, en late den man van eer ongemoeid.’
Deze plompheid scheen den teedergevoeligen tom greenny den doodsteek te geven. Hij stond als verstijfd. Zijn eerste levensteeken was, dat ook hij naar den degen greep; doch hij bedwong zich, zag Sir herford met gebiedende waardigheid aan, en zeide: ‘Barbaar! uw hart voelt niets? Ondankbare! het mijne spreekt. Gij zult eenmaal over uwe grimmigheid sidderen, en mij danken, dat ik u van de gruwelijkste aller misdaden wederhield.’ Met deze plegtige woorden verliet hij hem. Sir herford wilde hem vervolgen: eene onwillekeurige huivering wederhield hem; maar zijn besluit bleef vast, toms huwelijk nooit toe te staan. Hij bragt zijn' twist opzettelijk onder de lieden, voerde alles aan uit het geweigerd tweegevecht, wat tom greenny vernederen kon, en zwoer luide, dat de lafaard nimmer zijn zwager zou worden. Hij liet zijne zuster in huis genoegzaam opsluiten. Tom kon zich niet regtvaardigen, zijne echtgenoote niet bevrijden, dan wanneer hij zijn geheim openbaarde. Hij toesde niet langer; hij riep de wetten in, ter bescherming eens vaders en eener ongelukkige moeder, tegen de strafbare vervolgingen eens zoons. Sir herford ver- | |
| |
nam niet zonder verbazing, wat zich wegens zijne geboorte verspreidde; maar hij hield alles voor eene door tom greenny uitgedachte sabel, om zijne lafhartigheid te verontschuldigen en zich te wreken. Hij verdedigde zich. Waarom hadden zij hun geheim niet veel vroeger geopenbaard? Moesten zij wachten, tot hij zijne toestemming weigerde tot het huwelijk zijner zuster? - De regtbanken zwoegden onder dit zonderling regtsgeding. De regters wisten niet, hoe zij zouden beslissen. Henriette verscheen in de geregtzaal; hare verklaring stemde volkomen met die van tom greenny overeen; doch andere
bewijzen ontbraken.
Het proces duurde reeds een jaar. Beide partijen wachtten met ongeduld op de regterlijke uitspraak. De openbare meening sprak voor Sir herford.
In den vooravond des dags, dat het vonnis zou uitgespreken worden, kwam een onbekende grijsaard bij den jongeling, een geestelijke, de biechtvader van Lady herford, die haar op haar sterfbed had bijgestaan. ‘Hoor mij aan, Milord!’ zeide hij; ‘ik kan u wegens het geheim uwer geboorte ophelderingen mededeelen. Gij zijt henriettes en tom greennys zoon. Lady herford heeft, stervende, mij dit geschrift behandigd, hetwelk zulks bewijst. Het is door hare hand onderteekend, en door getuigen zoowel als door andere personen, die bij de bevalling van Miss herford dienst deden, bekrachtigd. Ik overhandig u hetzelve. Er bestaan nog twee oorkonden van gelijken inhoud, die anderen waren aanvertrouwd, en thans, daar het de nood vereischt, aan uwe beide ouders zullen bezorgd worden. Lady herford heeft ons het diepste geheim aanbevolen, en wij zwoeren, hetzelve eerst dan te ontdekken, wanneer de omstandigheden zulks onvermijdelijk vorderden. Dit oogenblik is daar. Wij zijn van onzen eed ontslagen. Gij weet nu alles, Milord! voldoe uw' pligt; de onze is vervuld.’
Sir herford had dit verhaal met zigtbaar beven aangehoord. Hij vergeleek het handschrift zorgvuldig met de brieven van Milady, zijne vermeende moeder: de gelijkheid der hand was onmiskenbaar. Blozende om zijne onstuimige handelwijze, herinnerde hij zich met ontzetting, dat hij zijn vaders bloed vergieten wilde. Eene koortsrilling overviel hem; hij weende; de natuur sprak in zijn hart: hij gevoelde een innig berouw. Van den waardigen dienaar Gods verzeld,
| |
| |
snelde hij naar tom greenny, waar de andere documenten bereids bezorgd waren. Henriette zat naast hem. Hij viel voor beiden op de knie, verwenschte zijne dwaling, zijne ondankbaarheid, zijne verblindheid, en smeekte hen om vergiffenis. Zijn berouw, zijne onderwerping trof hen. Zij vergaven het gebeurde, en omhelsden hem. Hij bragt zelf de ophelderende papieren naar de regters, en verzocht hun, hem te veroordeelen.
Dit voorval baarde in geheel Engeland een verbazend opzien. Tom greenny huwde, na zoo vele wederwaardigheden, zijne henriette, en was ongemeen gelukkig. Sir herford voegde greennys naam bij den zijnen, en vergoedde, door kinderlijke teederheid en eerbied, zijnen ouderen al de geledene smart en smaad. |
|