wrichten der leden of het breken der beenderen ten gevolge hebben, dan is het ook wel waarschijnlijk, dat het gaan des kogels voorbij den mond, de borst of den hals eenen plotselingen dood kan veroorzaken. Doch, wat de oorzaak aangaat, hieromtrent is het moeijelijker, een bepaald oordeel te vellen.
Aan de drukking der lucht meen ik niet, dat men deze uitwerkselen kan toeschrijven. Welk een geweld zamengeperste lucht ook uitoefene, en hoe snel ook de voortgang des kogels zij, zoo kan, naar mijn oordeel, het geweld der zamengeperste lucht zich slechts hoofdzakelijk in de rigting doen gevoelen, in welke de kogel wordt voortgedreven. Van ter zijde moet dit geweld maar zeer gering zijn. De snelle voortgang des kogels moet eene rarefactie van de lucht achter denzelven te weeg brengen. Heeft nu deze rarefactie plaats in de nabijheid van eenig gedeelte van ons ligchaam, dan wordt hierdoor het evenwigt, 't welk er bestaat tusschen het uiteendrijvend vermogen der vloeistoffen, welke dat gedeelte van ons ligchaam bevat, en de drukking des dampkrings tegen dat gedeelte, verbroken, en eene uitstorting van bloed moet hiervan het gevolg zijn. Doch zoude deze oorzaak van dien aard zijn, dat men de uitwerkselen geheel aan dezelve zoude kunnen toeschrijven? Mij komt voor, neen. Zoude ook de Electriciteit hierin eene rol spelen? Wij weten, dat de electrieke vloeistof, met welke alle stoffen meer of min bedeeld zijn, uit hare verbinding wordt losgemaakt, door sommige stoffen eene meer of min sterke wrijving te doen ondergaan. Wij weten, dat die stoffen, welke slechte geleiders zijn, door wrijving electrieke vloeistof loslaten; terwijl andere stoffen, welke goede geleiders zijn, deze vloeistof door aanraking of op een' zekeren kleinen afstand ontvangen; doch dat nimmer de electrieke vloeistof, welke zulk eene stof bevat, door wrijving uit hare verbinding wordt losgemaakt.
Onder de slechte geleiders behoort de dampkringslucht, wanneer zij niet te veel vochtdeelen bevat; en tot de goede geleiders behoort het dierlijk ligchaam, en vooral dat gedeelte, hetwelk veel vocht heeft. Zoude het niet mogelijk zijn, dat, door den snellen voortgang des kogels, en de hierdoor veroorzaakte wrijving der luchtdeeltjes, de electrieke vloeistof uit hare verbinding werd losgemaakt, en dat ons lig-