in dezelve is eene kleine afdeeling aan de regterhand van het beeld aangebragt, die twee boven elkander geplaatste koperen rollen, eenige rijen hefboomen, door koorden verbonden, een klein uurwerk enz. bevat; 't welk echter alles alleen dienen moet, om den aanschouwer te misleiden, en hem te doen gelooven, dat alles alleen door eene werktuigelijke inrigting uitgevoerd wordt.
Door de gemelde hesboomen worden de beenen van den verborgen speler, bij het vertoonen van dit inwendig gedeelte der tafel, bedekt.
In het grootere gedeelte der kist ziet men de trommel van een uurwerk, twee kwadranten met beweegbare linealen, die met koorden en eenen hefboom verbonden zijn, en door een schijsje met het mechanismus in de kleine afdeeling in verband staan. Doch ook deze geheele toestel is slechts bedrog.
In deze asdeeling wordt tevens het kastje, dat nevens het beeld geplaatst wordt, en het kussen, waarop hetzelve den arm legt, bewaard.
De bodem dezer grootere afscheiding is midden door gedeeld, en het achterste deel is eene klep, welke de verholen speler opslaat, wanneer het spel begint. Ten einde den naad dezer klep te verbergen, is de geheele bodem met laken bekleed.
Eene lade onder deze groote afdeeling, geschikt ter berging van de schaakstukken en eenige schaakborden, reikt slechts tot aan de helft der diepte; zij kan ook niet geheel uitgetrokken worden, en heeft in het achterstuk verscheidene gaten.
Deze geheele kast rust, ter gemakkelijker beweging, op vier rollen.
De bodem in het achterste gedeelte is almede niet alleen eenige duimen lager dan in het voorste gedeelte, maar ook met verscheidene gaten voorzien, dienende zoowel om den verborgen speler lucht te geven, als ook uitgang te verleenen aan den walm der lamp, die de speler bij zich heeft.
De ruimte onder de groote bovenste afdeeling achter de schuiflade, en achter in de kleine afdeeling, is voor den heimelijken speler bestemd, en groot genoeg voor eenen mensch van 68 à 69 duim lengte; de wijdte is 22 duim; en hij is in dezelve zoodanig geplaatst, dat zijn hoofd onder de groote bovenste afdeeling aan de linkerhand van het beeld geplaatst is, en zijne voeten in de kleine afdeeling achter de hefboo-