wendig beenvlies aangedaan, en bij het beenbederf de zelfstandigheid van het been zelf. Deze twee laatste ziekten ontstaan door allerlei oorzaken op allerlei leeftijden, terwijl de ware necrosis aan dien leeftijd eigen is, wanneer de beenderen hunne vastheid reeds hebben, maar evenwel nog zeer voorzien zijn van vaten, en inzonderheid het vlies, hetwelk de hoofden aan het middelstuk
vereenigt, nog eene groote levenswerkzaamheid bezit. Deze ziekte wordt dan ook zelden boven het 20ste jaar waargenomen. - Met horn neemt onze Schrijver voorts nog een slepend of verborgen beenversterf aan, hetwelk meer overeenkomst met caries heeft, en zich tot de sponsachtige hoofden der beenderen bepaalt. Deze heeft bij oudere lieden plaats, of ontstaat, wanneer de ontsteking minder hevig is, en zich niet over de lengte van het been verspreidt. Dan ontstaat er eene beenige korst om het aangedane deel, en daar binnen woelt het bederf dikwijls jaren lang, tot eindelijk de scherpe stof de beenkorst doorbreekt, en het been zelf en de vaste deelen aandoet. - De Waarnemingen, aan het eind der Verhandeling geplaatst, en door eenige afbeeldingen opgehelderd, dienen tot staving van het voorgedragene, waarvan wij slechts eene flaauwe schers konden geven.
Ook de heelkundige behandeling dezer kwaal vinden wij hier doelmatig. Dezelve is, bij den eersten aanvang, als nog de pijn in de gewrichten woedt, zeer sterk ontstekingwerend. De Schrijver zag een goed gevolg van insnijdingen, op de pijnlijke plaats gedaan, waarbij dan de bloeding sterk onderhouden wordt.
De late doodelijkheid der Hoofdwonden komt den Schrijver voor, een' dergelijken grond te kunnen hebben als de necrosis, daar de ontsteking van het been, naderhand tot verettering overgaande, eene invreting van het harde hersenvlies en aandoening der hersenen zelve kan veroorzaken. De naauwkeurige kennis van den leeftijd, waarin deze gevallen meest plaats hebben, zoude, zoo als de Schrijver zelf zegt, hier veel ter beantwoording van dit vraagstuk afdoen.