Naberigt.
In mijn uitstapje naar Frederiksoord (zie Meng. No. XI.) maakte ik gewag van twee Amsterdamsche heeren, daar aangetroffen. Naderhand ben ik onderrigt, dat zij niet van daar, maar uit Zaltbommel waren; en ik wil dit (ook volgens verzoek) te minder verzwijgen, omdat het de gemaakte aanmerking versterkt, en, als 't ware, de beschaming dier stedelingen, door deze bewoners uit een afgelegen landstadje, daarbij voegt.
N.S.
In het Meng. van dit No., bl. 667, reg. 20, staat: zien wij het eiland in; eenigzins regts, de enz. Lees: zien wij het eiland, en eenigzins regts de enz.