rig ware, zouden overslaan. Wij vergenoegen ons, dus, met te zeggen, dat deze Verhandeling, over het gewigtige zesde Hoofddeel van den Brief aan de Romeinen, zeer naauwkeurig en oordeelkundig bewerkt is. Dezelve is tweeledig: het eerste gedeelte bevat de uitlegging van den Griekschen tekst, en het tweede de ontwikkeling der leer, door den Apostel in dit Hoofdstuk voorgedragen. Zij is een schoon blijk van de voortreffelijke wijze, waarop de gewijde uitlegkunde aan onze Hoogescholen wordt behandeld, zoo wel als van de geestvermogens en de kundigheden des Schrijvers.
De derde Verhandeling heeft een onderwerp, hetwelk voor ieder' Christen van het grootste belang moet zijn, dewijl dezelve den Christelijken Godsdienst beschouwt, als zeer geschikt en bekwaam, om de gezindheid tot maatschappelijke vereeniging aan te kweeken en te bevorderen. De wijze van behandeling is niet minder belangrijk, dan het onderwerp zelf. In het eerste gedeelte onderzoekt de geleerde en vernuftige Schrijver den toestand en den voortgang der maatschappelijke vereeniging vóór het Christendom, en beschouwt bijzonder, te dien einde, de Oosterlingen, de Grieken en de Romeinen. Dit gedeelte is uitvoerig, en zóó behandeld, dat het een schoon stuk op zich zelf is, en zeer vele nieuwe oogpunten bevat, die aan ieder' wijsgeerig' liefhebber en beoefenaar der oude geschiedenissen de aangenaamste stof van denken geven. Het tweede hoofddeel beschouwt den Christelijken Godsdienst, als uitmuntend geschikt ter bevordering der maatschappelijke vereeniging onder de menschen, zoo wel door leer en voorschriften, als door eerdienst en plegtigheden: het toont deszelfs voortreffelijkheid, in de strekking, om alle menschen door één' en denzelfden godsdienstigen band te vereenigen: iets, waarvan te voren, in de oudheid, bij niemand het denkbeeld zelfs was opgekomen. Jammer is het, dat het derde stuk, behelzende geschiedkundige bewijzen van den weldadigen invloed des Christendoms op de maatschappelijke vereeniging der menschen, niet ontwikkeld is, maar de hoofddenkbeelden slechts zijn aan-