Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1821

De voornaemste Waerheden der Christelijke Religie, getrokken uyt en voorgesteld met de eygen woorden der H. Schriftuere. St. Nicolaes, bij E. Dorey. 1821. In 12mo. 35 Bl.

Dit werkje, enkel uit bijbelteksten bestaande, naar aanleiding van 2 Tim. III:15, 16, volgens eene vertaling der Vulgata, te Antw. 1599 bij j. mourentorff gedrukt, geeft eerst die bijbelplaatsen op, welke ons de zaligheid leeren door het geloof in Jezus Christus; terwijl in het tweede aangetoond wordt, hoe de H.S. nuttig is om te leeren, te wederleggen, te bestraffen, en te onderwijzen in de regtvaardigheid.

Onder eenige rubrieken wordt aangewezen, wat de H.S. leert van hare waarde en gebruik, de overleveringen, het doel, de vereischten, en over den ongehuwden staat der geestelijken, vagevuur, laatste oliesel, enz. enz. door de bijbelteksten op te geven.

Aan het einde is eene aanteekening geplaatst, reden gevende, waarom sommige teksten slechts zijn opgegeven, en niet afgeschreven; namelijk om het werkje niet te duur te maken, en omdat, de lust bij den katholijken lezer opgewekt zijnde om de H.S. geheel te bezitten en te lezen, die

[p. 516]

plaatsen nagezien kunnen worden. Men verwacht, dat elk regtschapen pastoor of Curé zijn' parochiaan daarin behulpzaam zal zijn, zoo ze, zegt de aanteekenaar, niet gelijk willen zijn aan de Pharizeën, Matth. XXIII. Die aanteekening, vernemen wij, heeft veel ergernis gegeven aan hen, wien geheel de inhoud niet smaken kan, zoo min als het Sermoen van den Vicaris-generaal van Mechelen; zelfs zegt men, dat de Gouverneur van de provincie, waar dat stukje gedrukt is, deszelfs schrijver bij den Koning aangeklaagd zou hebben; hetgene wij echter moeijelijk gelooven kunnen, daar waarheid en dwaling in den Godsdienst niet van het gebied der Koningen is, en dit stukje geen woord of letter bevat, dat met de staatkunde in aanraking komt. Zoo wij wèl onderrigt zijn, vreest de auteur ook zoo weinig alles, wat men in het werk gesteld heeft om hem bang te maken en te ontmoedigen, dat het stukje eerlang in het Fransch, en vervolgens ook in het Spaansch, Italiaansch, Engelsch en Hoogduitsch zal uitgegeven worden.