plegtige herdenking der Kerkhervorming, achter den rug hebben, en daar, bij die gelegenheid, zoo vele geschriften zijn publiek gemaakt, waarin die geschiedenis, en inzonderheid ook die der hervorming van Groningen, in zoo vele bijzonderheden, vooral in die van den Hoogleeraar ijpeij, is toegelicht, het publiek weinig lust zou hebben, om, alleen over de laatste, nog weder een geheel afzonderlijk werk te lezen. En ware dit nu nog beknopt, uitmuntend van stijl en zonderling belangrijk, zoo mogt eene loffelijke vermelding en aanprijzing deszelfs vertier bevorderen. Maar, Lezer! het is, gelijk wij hebben aangewezen, een boek van 560 bladzijden; en wij moeten er van zeggen, dat wij er niets van dat belang en van elders onbekend in hebben aangetroffen, hetwelk ons de vele uren, aan eene gezette lezing besteed, genoegzaam vergoeden kon. Alleen de Kerkeördeningen, die achteraan gevoegd zijn, hebben voor den liefhebber hare waarde, en is men daarvoor den Uitgever dank schuldig.