den Predikant van Breda, wuister, alleen toekomt, wien de, door hem zelven verhaalde, maar ons anders niet bekende, gelijkstelling met beide Geleerden, door hen, die niet weten, wat schande en eere is, zoo het mogelijk is nog onverdragelijker maken moet. Welk een verschil tusschen twee Bedienaren van den Godsdienst! De een wijdt zijnen ouderdom aan nuttige werkzaamheid; de ander, gelukkig Emeritus, maar daarom nog geene ruste hebbende, is bezig, in zijne laatste dagen, hetgene boven geloof en hoop gaat, de Christelijke liefde, te bevechten.
Het is bekend, dat de beminnenswaardige, vrome en bekwame van eyk niet anders kan dan verdraagzaam te zijn, en men derhalve niet behoeft te vreezen, dat men hier geërgerd zal worden door eene bitterheid, hoedanige wel eens in hen, die dat heilige woord gestadig in den mond hebben, den vriend van den Godsdienst des harten even innig bedroeft, als het gedrag der genen, die dat woord niet eens verdragen kunnen. Daarenboven, deze Verhandeling is ingezonden geweest aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, hetwelk dezelve, zoo zeer als elke andere, daarom alleen onbekroond heeft gelaten, dewijl het bepaalde doel der prijsvraag niet was bereikt. Reeensent heeft die prijsvraag nu nog eens opzettelijk nagelezen, en kan niet nalaten te wenschen, dat niet alleen dat, maar ook elk ander geleerd Genootschap wat beter dikwijls zorge voor de duidelijkheid en naauwkeurigheid in de opgaven der prijsstoffen, zoo als doorgaans door Hoofdbestuurderen van de Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen geschiedt. Innerlijke waarde ontzeide het Zeeuwsch Genootschap niet aan het stuk van den Heer van eyk, en - hij heeft wèl gedaan, dat hij hetzelve niet aan het lezend publiek onthouden heeft.
Na eene gepaste Inleiding, verdeelt hij hetzelve in drie Hoofddeelen, zeer evenredig aan elkander; terwijl hij eenige Aanteekeningen en drie Bijlagen laat volgen, die, te zamen, bijna de helft des boeks uitmaken. Ze-