vrienden in Engeland, gezonden werd, om geleerde nasporingen te doen. Door een bloedig voorval, tijdens de daden der Franschen in Egypte, van zijnen vader, die, vlugtende met het kind van zijnen, tot het Christendom bekeerden, maar met zijne echtgenoote vermoorden huiswaard, ook hem in het huis voor dood achterliet, gescheiden, geraakt hij met eenen Engelschen officier naar Europa terug, en zoo naderhand, door zedelijke aantrekkingskracht, met onzen reiziger verbouden. Belangrijk is ook de belijdenis, welke de vader aan het eind des werks, door mededeeling zijner geschiedenis, eer hij nog herkend is en herkend heeft, aflegt. Hij is, namelijk, ten laatste met het geredde kind in Europa teruggekomen; woont met hetzelve, nu een volwassen meisje, op een eenzaam landverblijf nabij Dresden, in welke stad de reiziger haar in de schilderijzaal had leeren kennen, en op haar verliesd was geworden. Ook hij was, door trotschheid, van echtgenoote en kind weg-, en ter wereld in-gedreven; en zijne biecht is inderdaad waarschuwend tegen hooge aanmatigingen en de zucht naar onafhankelijkheid.
Schoon dit werk zoo welgeschreven en welvertaald zij als de onzigtbare Kerk van dezen zelfden Schrijver, en deze betuige, dat het denkbeeld, waarop het genoemde werk gegrond was, in deze brieven nader ontwikkeld en op het wetenschappelijke leven meer dadelijk toegepast zij - zoo kunnen wij toch niet nalaten te verklaren, dat wij er het thema op den titel minder in wedervonden, dan in dat andere werk. Het is alles waar en schoon, wat de reiziger schrijft, belijdt, aanmerkt; het heeft wel betrekking op de inwendige gesteldheid van den mensch, gelijk zij is en gelijk zij behoorde te zijn; evenwel, dit had grootendeels even zoo goed te huis kunnen geschreven zijn, terwijl toch ook veel bestaat in langgerekte redenen, die eigenlijk met de reis uit het hart in het hart niets te doen hebben, Ten laatste loopt de zaak toch uit op een huwelijk; en wij weten niet, of wij eenen mensch, eindelijk zijne rust vindende toch ook door middel van gunstige uitwendige omstandigheden, wel zoo geheel in zijn hart teruggereisd mogen noemen, dat zijn vrede nu daarin, onafhankelijk van alles, gevestigd zij. Ons komt ten minste voor, dat die uitwendige omstandigheden altijd een groot deel aan zoodanige rust kunnen hebben; zoodat men haar gunstig uitwerksel op de stemming wel met gene kan verwisselen. Het is ons bij de lezing voorgeko-