Dooprede ter aanprijzing eener Christelijk-Godsdienstige Opvoeding der Kinderen; door G.H. Hein, Predikant te Meppel. Te Groningen, bij J. Römelingh. 1821. In gr. 8vo. 38 Bl. f :-8-:
Dit is het eerste opstel, hetwelk de Heer hein het publiek aanbiedt, daartoe aangemoedigd door lieden, welken hij het oordeel over hetzelve veilig toevertrouwde, en - hij heeft hiermede, niet slechts aan zijne gemeente, maar, wenschen wij, aan velen, die buiten dezelve belang stellen in den doop en in de Christelijke opvoeding der kinderen, eenen dienst gedaan. De Leerrede is kort. Van den tekst, Efez. VI:4a, met een woord, de zin opgegeven zijnde, geeft zulks aanleiding tot eene beknopte uiteenzetting van zaken, in des Apostels les bevat, tot eene schets van het groot belang eener getrouwe betrachting dier les, en tot herinnering der gronden van verpligting tot dezelve; waarna, de doop bediend zijnde, een paar toespraken volgen aan de ouders der doopelingen en aan de gemeente. Inderdaad, door klaarheid, bondigheid en ernst onderscheidt zich deze Dooprede, die in elk Christelijk huisgezin, om het even tot welke gezindte het behoore, veel goeds stichten kan, en uitnemend geschikt is, om, in dat Kerkgenootschap, bij hetwelk de Heer hein dient, den zegen des doops, door te velen nog miskend, te bevorderen. De leerrede is opgedragen aan de gemeente van Meppel, en gaat van eenige aanteekeningen vergezeld, die van des Predikers goeden smaak, wetenschap van zaken, en liefde voor zijne bediening getuigen. Geene ruimte vergunt dit Tijdschrift tot uittreksels uit zulke kleine stukjes. Dit zij daarom alleen hier aangeprezen, aan 's mans ambtsbroederen ook, hoezeer de Schrijver volstrekt wil, dat men het niet daarvoor houde, alsof hij anderen heeft willen lee-