Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1821
(1821)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 408]
| |
Vandaar trekt hij mede tegen Lord wellington. Marmont door dezen geslagen zijnde, retireert de armee, en de Schrijver komt met haar weder te Madrid. De vijand deze stad naderende, trekt Koning joseph naar het Zuiden van Spanje terug. De armee van het centrum moet zich vereenigen met die van het Zuiden; zoo komt onze Reiziger uit Valencia weder te Madrid. Vandaar trekt hij met het leger naar Salamanca, en over Salvatierra, aan de grenzen van Portugal, weder naar Madrid. Order gekregen hebbende, om zich naar het leger van suchet te begeven, kan hij dit (de gemeenschap met Valencia asgesneden zijnde) niet andens doen dan over Frankrijk, waarheen hij dus eerst terug moet. Ten laatste, de zaken achteruit gaande, krijgt hij order, om zich naar Lyon, bij de armee van den Maarschalk augereau, te begeven. Het verhaal van al dit heen en weder trekken is doorspekt met opmerkingen, beschrijvingen enz. van allerlei aard, zoowel rakende de streken, welke de Schrijver doorreisde, als de lotgevallen des krijgs, en de uitwerkselen van denzelven op het lot der inwoners. Ook vermeldingen van geschiedkundigen aard ontmoeten wij hier, b.v. aangaande den Prins de la paz, en den loop van buonaparte's haudelwijze ter onttrooning van karel IV. - Hierdoor ontvangt dit stukje eene blijvende waarde. Na al het gebeurde in Spanje in lateren tijd, moet ons de wensch merkwaardig voorkomen, waarmede de Schrijver dat land verlaat: ‘Dat Koning ferdinand de VII, over zijne onderdanen als een verlicht vader heerschende, zijne dankbaarheid aan zijn volk mogt betoonen, wegens de geweldige opofferingen, die zij voor hem gedaan, en de voorbeeldelooze standvastigheid, waarmede zij zijn' troon en zijne regten verdedigd hadden! - Mogt de Inquisitie voor altoos vergeten blijven, - mogt de Geestelijkheid, getrouw aan het geloof, dat zij beleiden (belijden), van de dweeperij, de schraapzucht en den naijver afstand doen; - mogten de Edellieden meer prijs hechten aan den adeldom der ziel, dan aan ijdele titels en een prachtig geslachtregister; - alsdan zal het Spaansche volk, wanneer het bij alle deugden, waarmede het begaafd is, de verlichting, het vernust en de toelating van andere beschaasde natiën van Europa voegt, onder dezelve den uitmuntendsten rang bekleeden!’
Bl. 392, reg. 7 v.o., moet achter het woord Gallicië nog gelezen worden: waar de heilige jakob vereerd werd. |
|