vaderland, en onder zijne magen, en in zijn huis, aangename uitzonderingen heeft, ook in ons land en eeuw.’ Dus spreekt brouwer in het Voorberigt; maar die zijne Leerede gelezen heeft, zal zeker zeggen: Dank en eere heeft hij er voor, die zóó van borger sprak, en dit gedenkteeken behoefde nog de Christelijke kerk.
Gij, die een volledig overzigt omtrent de levensbijzonderheden van onzen borger begeert, hier ziet gij hem, van zijnen doop af tot zijnen dood toe, in zijn gansche lot; gij, die de verdiensten, welke hij bezat, verlangt geplaatst te zien in derzelver helder licht, hier leert gij hem kennen als den scherpzinnigen bestrijder van het ongeloof en bijgeloof, den diepdenkenden verdediger van het Christendom, den verstandigen uitlegger der Heilige Schrist, den ernstigen prediker van het Evangelie, en den gezelligen, goedaardigen, nuttigen en nederigen mensch in de zamenleving; en uwe aandoeningen worden door den heiligen geest der verlichte Godsvrucht geleid, die in deze Leerrede heerscht, tot uw wezenlijk voordeel met het groote verlies, dat ge hier op nieuw gevoelt.
Ja, de taak des Predikers, voorganger te zijn op een lijkfeest, aan borger gewijd, op borger's geboorteplaats, voor een gemengd kerkelijk gehoor, was moeijelijk; maar dezelve is treffelijk volbragt: taal en stijl zijn overeenkomstig het onderwerp der rede; en, gelijk de toon, hier aangeslagen, van des Leeraars eigene aandoeningen getuigt, is dezelve de juist geschikte, om der hoorderen harten met die zelfde aandoeningen te vervullen. Het moet een aandoenlijk lijkfeest zijn geweest, en de Koorgezangen, nevens de andere hier mede gegeven, de plegtigheid niet weinig verhoogd hebben.
De aanteekeningen, achteraan geplaatst, voltooijen dir geheele gedenkstuk naar wensch. Borger's bekend en roerend Gezang aan den Rijn is in dezelve ook opgenomen, en door deze mildheid zijn zeker velen aan den Heer brouwer verpligt. Voor het overige strekken deze aanteekeningen, om des Overledenen schriften, en wat aangaande hem, na zijnen dood, hier en daar in druk verscheen, te doen kennen.
Men verschoone ons van een uittreksel uit deze Leerrede, die in ieders handen kome, en de heiligende en vertroostende kracht van den Godsdienst tot veler harten brenge! Alleen zij hier gezegd, dat het ons een uitstekend genoegén ver-