wij niet gevonden. Het is een verhaal, uitgezonderd der schrijveren uitweiding over de afschaffing des slavenhandels, van de tooneelen, die den tegenwoordigen staat des Eilands voorbereid hebben. Maar, hoe nu die schrijvers zelve kunnen zeggen, ten hoofdoogmerke te hebben het karakter der Negers op te helderen, en niet omstandig over de geschiedenis van St. Domingo te handelen, zien wij al zoo weinig in, als de overeenkomst van hun verhaal met de lofspraak in het Handschrift, in hetwelk christophe toch ook als een bloeddorstig dwingeland aangemerkt wordt, wiens goedaardige en menschlievende inborst de zoo rijpelijk wikkende en wijsgeerig oordeelende Engelsche schrijvers zoo zeer roemen.
Volgens de Inleiding is het tweede stuk in dit boekje een uittreksel uit het geschrift des Barons de vastey, staatsdienaar en hoveling van christophe, op diens bevel opgesteld, en nooit in omloop bij den boekhandel geraakt, daar er maar weinige exemplaren van in Europa zijn gekomen. Men vindt hier daardoor ook, hetgeen ons reeds de Engelsche schrijvers hadden gegeven, voor een gedeelte terug. Als in de houding eener redevoering schetst ons de vastey, hoe het was en is te St. Domingo, en - het is wel jammer, dat hier en daar is overgeslagen, wat tot het bevatten van den zamenhang had moeten gelezen zijn.
Het Aanhangsel is het minste niet in dit boekje. Het is een kort berigt van den naam, ligging, natuurkundige gesteldheid, en, zoo veel mogelijk was, tegenwoordigen toestand van St. Domingo en deszelfs onderscheidene woonplaatsen, waarbij men de Landkaart zeer te pas ten gebruike heeft, maar ook vergelijken moge de Aardrijkskunde van tuckey, IVde D. bl. 337 env.
Had men ons één geheel geleverd, uit dat werk en het hier geëxcerpeerde zamengesteld, hoe veel beter, dan met dit mengelmoes, zouden we er mede zijn gediend geweest! Zoodanige zamenslansingen moeten en den boekhandel en der naauwkeurige wetenschap zeer nadeelig zijn.