Iets over het Kanaal van Steenenhoek, en over de weigering van de Ingelanden der Neder-Betuwe, om het hun opgelegde aandeel, in de kosten van dit Kanaal, te betalen. Door een' Neder-Betuwenaar. Te 's Gravenhage en Amsterdam, bij de Gebroeders van Cleef. In gr. 8vo. 46 Bl. f :-6-:
Een hoogst belangrijk stukje, in eenen zeer goeden toon van bescheidene vrijmoedigheid geschreven. Na een kort overzigt van de geschiedenis dezer waterleiding, waaruit blijkt, dat zij op voorstel van het Ministerie van den Waterstaat, onder goedkeuring des Konings, en zonder eenige kennis of toestemming der Ingelanden van Neder-Betuwe, is daargesteld, toont de Schrijver, dat dit Kanaal voor hen eer tot na- dan tot voordeel verstrekt; dat niettemin hunne landerijen voor de kosten van hetzelve zijn gehypothekeerd, almede buiten hunne kennis en toestemming; dat over dezelve eenen jaarlijkschen omslag van f 1-2-: per morgen is gelegd, welken zij op voornoemde gronden weigeren te betalen, dien men echter bij parate executie van hen heeft ingevorderd; dat verder over dit geheele werk eene Commissie uit Ingelanden is aangesteld, die door de vooronderstelde belanghebbenden niet is voorgedragen, welker magt vrij groot schijnt te zijn, maar waarvan men de grenzen en bepalingen niet kent. ‘Reeds is daarom, (bl. 24) vóór eenigen tijd, een eerbiedig Adres, door een talloos (groot) aantal onderteekend, aan Z.M. onzen Koning ingediend, inhoudende: verzoek, om van deze belasting, wegens daarbij aangevoerde redenen, te worden ontheven, of althans om met staking van dwangmiddelen te worden begun-