Wandelingen in een gedeelte van Gelderland, of geschiedkundige en plaatsbeschrijvende Beschouwing van de Omstreken der Stad Arnhem. Te Arnhem, bij P. Nijhoff. 1820. In kl. 8vo. 149 Bl. f 1-5-:
Wien het vergund is, en wie verlangt dit niet? in een aangenaam jaargetijde, den lusthof van het oude vaderland, den heerlijken omtrek van Arnhem, te bezoeken, die verzuime niet, zich te doen vergezellen door dezen gids, die zijne opmerkzaamheid bij al het meest opmerkingwaardige vestigen zal, en niet alleen de schoonheden der heerlijke natuur doet opmerken, maar ook menige geschied- en oudheidkundige bijzonderheid mededeelt, waartoe hij de beste bronnen had en gebruikte. Zulk een boekje ontbrak ons nog; wij hebben het aan den jongsten Zoon van den Uitgever te danken, die zoo aangenaam, kiesch en smaakvol schreef, dat hij hem, die meermalen deze streken bezocht, op nieuws naar soortgelijk reisje belust maakt, en, door de leerzame herinnering, het daar genoten vermaak nogmaals en meermalen genieten doet. Het werkje was de voorlooper eener topografische Kaart, door den Heer Ingenieur g.j. dibbets geteekend, en door de Heeren van baarsel in het koper gebragt, welke wij meenen, dat ook reeds het licht ziet. Dezelve behoeft, zoo wel als dit boekje, slechts aanmelding, om de begeerte te wekken van elkeen, die deze streken bezocht of bezoekt; en niemand zal zich den aankoop beklagen. Wij betuigen alzoo, in naam van het Publiek, den Heeren nijhoff, Vader en Zoon, onzen welgemeenden dank.