aandacht, en beviel ons zeer. Scilicct illo tempore, viexterorum tristis oppressa flebat patria. Alma Aoademia, antiquis orbata honoribus, non nisi umbram vetcris splendoris referebat. Si nunc timidus, tenuitatis meae in dicendo conscius, in hunc locum adscendi, tunc pestis alicuius instar, aufugi occasionem publice pronuntiandi orationem, quam nisi commixtam et inquinatam nesarii hominis laudibus, tolerare plane non potuissent diri tyranni administri.
Evenzeer lezenswaardig zijn de nu volgende inauguréle Redevoeringen, in 1818 en 1819 gehouden, waarvan de eerste, door Prof. j. vosmaer, de latere met de vroegere Geneeskunde vergelijkt, en de andere, van Prof. th. g. van lidth de jeude, den lof van onzen j. swammerdam, ten aanzien zijner verdiensten in het vak der Natuurlijke Historie, waardiglijk vermeldt; dragende beide deze welbewerkte stukken overvloedig blijk, dat de Utrechtsche kweekschool aan beide deze Hoogleeraren eene uitstekende aanwinst gedaan heeft.
De bekroonde Akademische prijsschriften, die hierop volgen, beantwoorden volkomen aan de groote verwachtingen, welke men van dezelve moet opvatten, niet alleen reeds door het toewijzen van het eeregoud, maar vooral ook van wege het medegedeelde gunstig oordeel der onderscheidene Faculteiten. In de wiskunde en natuurlijke wijsgeerte hebben wij hier de welbewerkte verhandeling van den Candidaat in deze Faculteit en Student aan de Universiteit te Leiden, h.c. van der boon mesch, de principii Chlorici indole, en in de regten van joach. sandra, Juris Candid., aan de Utrechtsche Hoogeschool, het bekroonde antwoord op de vraag: Quae videtur ratio fuisse, quod Romani in infantia Jurisprudentiae simplicitatem Juris Naturae non aeque servaverint in negotiis stricti juris, atque in iis, quae bonae fidei dicuntur? cet. In de beschouwende wijsgeerte en de fraaije letteren wankelde het oordeel der Faculteit wel niet op de uitspraak ten aanzien van het voorstel: Ex iis quae in librixs Ciceronis de Oratore, a Cras-