niemand zal hinderen, of eene geregelde orde moest hem kunnen hinderen; wij vonden overal losse, en toch behoorlijk verbondene, leerzame, schriftuurlijke en verstandige herinneringen, op eenen overtuigenden, hartindringenden toon.
Het verlangen van den Uitgever, om een uittreksel te geven van het uitvoerige werk van w. van eenhoorn, Euthanasia ofte Welsterven, in 1749 voor de derdemaal gedrukt, gaf aanleiding tot dit werk; verkiezende de bekwame corstius te regt het leveren van eigen werk boven het slaafsch volgen van dat eens anderen. Waar hij zich hier os daar van vreemde hulpbronnen heeft bediend, gaf hij daarvan aanwijzing aan den voet der bladzijden.
Wij zien het tweede Deel met verlangen te gemoet, waarmede dit werk zal volledig zijn, en hetwelk eene verzameling van leerzame stersgevallen bevatten zal, onder welke wij mede voorbeelden van vaderlandsche Christenen, uit deze en de laatste helft der vorige eeuw, mogen verwachten, daar wij niet twijfelen, of ook de zoodanige zijn den Schrijver, op zijn verzoek, medegedeeld.
Veel bevat ook dit werk, hetwelk de zoodanigen, die tot Christelijk bestuur en troost aan krank- en doodbedden geroepen worden, uitnemend van dienst kan zijn; maar meer van dezen aard mogen wij hopen, wanneer de Eerw. corstius nog eenmaal de leer en den troost der H. Schrift voor kranken en stervenden, in een beknopt Handboek, opzettelijk zal behandelen, op welken arbeid hij hope geeft, en waartoe wij hem welmeenend durven opwekken.
Het is niet mogelijk, of bij de goedkeuring, over het algemeen, van nagenoeg iederen lezer moest toch hier en daar wel iets voorkomen, dat deze of gene een weinig anders had verlangd. Daaronder rekenen wij b.v. hetgeen bl. 70 en 71 zoo stellig verzekerd wordt, dat de mensch, die hier in zijne zonden stiers, na den dood volstrekt op geene barmhartigheid van God kan hopen; en, dat men zich in geenen deele met eenige hoop kan