des Sçavans et des beaux Arts. Het achtste handelr over het boek Saddir, door hyde uitgegeven, en eindelijk het negende geeft een uittreksel uit het Discours Preliminaire van Mr. anouetil du perron. zijnde eene inleiding tot zijne vertaling van de Zend-avesta. - Deze bloote opgave is voldoende, om den beminnaren van zoodanig onderzoek de waarde en belangrijkheid te doen kennen van dezen geleerden arbeid des onvermoeiden en oordeelkundigen bosveld; en ofschoon men met leedwezen zien zal, dat de hoogst naauwkeurige man deze zijne taak, naar zijn plan, niet geheel heeft afgewerkt, en dezelve door de uitgevers in hunne voorrede, welke echter nog belangrijke bijdragen levert, niet kon voltooid worden, zal een deskundige echter het den laatstgenoemden voorzeker dankweten, dat zij, om deze onvolledigheid, hetgeen bosveld, bij een werk van zoo wijden omvang, zoo keurig heeft voorgearbeid, niet terughielden; en welligt dat dan ook nog eenmaal voldáan worde aan hunnen wensch, dat er een tweede bosveld moge gevonden worden, die vervolge en voltooije, hetgeen de ecrste heeft moeten staken en onvolkomen overlaten.
Het vierde en laatste Deel, bevattende onderscheidene kleine Bijlagen, (en hetwelk, volgens den titel, een jaar vóór het derde werd uitgegeven, alhoewel het het vierde genoemd wordt, en ons ook gelijktijdig ter hand kwam) onderzoekt: I. De oudheid der Chaldeën of Babyloniërs; welk onderzoek geheelenal uitvalt tot staving der H. Schrift. II. De oudheid der Tyriërs, Trojers, enz. In III wordt over de 65 jaren van Jes. VII: 8 gehandeld, en de lezing van 25 jaren, door kennicott opgegeven, en deze varians, als, ook Chronologisch gesproken, nergens goed toe, verworpen. Bijlage IV loopt over de Babylonische gevangenis; men vindt hier, hetgeen tijdrekenkundig ter zake dient, op weinige bladzijden bijeen; terwijl zich bosveed aan het slot verklaart, bij de lijst van ptolomeus en zijn eerste jaar van cyrus te blijven. V gaat over de laatste Koningen van Babel;