Over een paar zonderlinge wetten in Engeland.
De Engelsche wetten strekken de onderdanigheid der vrouw omtrent haren man zoo ver uit, dat, bijaldien eenige misdaad door zeker paar echtelingen gepleegd is, de man alleen gestraft wordt, terwijl de vrouw zelfs niet eens wordt aangeklaagd, omdat men hare toestemming tot deze misdaad als eene gedwongene gehoorzaamheid aanziet, die zij haren man verschuldigd is. Volgens dien zelfden regel, is ook de man verantwoordelijk voor allerlei kleine misdrijven, door zijne vrouw begaan, waarover wel hij, maar niet zij aangeklaagd wordt.
Die zelfde Engelsche wetten laten het hierbij niet berusten; maar zij drijven de barbaarschheid en het despotismus zoo ver, dat de vrouwen niet alleen met een touw om den hals, even als een stuk vee, kunnen ter markt gebragt en openlijk door hare mannen verkocht worden, maar ook, dat zij, even als het vee, moeten veraccijnsd worden!!
Ik zag zulk eene vreemde vertooning in de stad Worcester; het was een daglooner, die zijne dierbare wederhelft, met het touw om den hals, gelijk de wet zulks eischt, op de openlijke markt, even als een beest, te koop bragt. De minnaar der vrouw, een schoenmaker, bevond zich ook, volgens afspraak, aldaar, en de koop was voor eenen prijs van 5 pond sterlings weldra gesloten.
Daarentegen klaagde anna chippman haren echtgenoot bij eenen Vrederegter te Londen aan, omdat hij haar niet wilde laten gaan, hoezeer hij haar - gelijk zij tevens bewees - op de openlijke markt verkocht had. Het bewijs werd ech-