Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1820
(1820)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrijbron
Vaderlandsche Letteroefeningen. G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema, Amsterdam 1820
codering
DBNL-TEI 1logboek
-
verantwoording
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Vaderlandsche Letteroefeningen uit 1820.
Deze jaargang bestaat uit twee delen die in twee banden zijn verschenen. In deze digitale versie is er één bestand van gemaakt.
redactionele ingrepen
Deel 1, p. 398: h a → haar, ‘dat hij haar zulks niet gezegd heeft’
Deel 2, p. IX: op deze pagina staat een accolade die meerdere regels overspant. Omdat wij dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed kunnen weergeven, wordt op elke betreffende regel de accolade herhaald. Ook de woorden die erop volgen worden om misverstanden te voorkomen op iedere regel herhaald.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1 p. II, IV, deel 2 p. II, IV) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[deel 1, pagina I]
BOEKBESCHOUWING,
VOOR
1820.
[deel 1, pagina III]
VADERLANDSCHE
LETTEROEFENINGEN,
OF
TIJDSCHRIFT
VAN
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN,
WAARIN DE
BOEKEN en SCHRIFTEN,
DIE-DAGELIJKS IN ONS VADERLAND EN ELDERS UITKOMEN, OORDEELKUNDIG TEVENS EN VRIJMOEDIG VERHANDELD WORDEN.
BENEVENS
MENGELWERK,
tot Fraaije Letteren, Kunsten en Wetenschappen, betrekkelijk.
EERSTE STUK.
VOOR
1820.
BOEKBESCHOUWING.
Te AMSTERDAM, bij
G.S. LEENEMAN van der KROE
en
J.W. IJNTEMA.
1820.
[deel 1, pagina 689]
REGISTER VAN DE BOEKBESCHOUWING.
A. | |
Adriani, (M.J.) De Prosodist. Gron. bij J. Oomkens. | 528 |
Albrechts, De Ziekten van het Gehoor. Rott. bij J. Hendriksen. | 550 |
Almanak (Antwerpsche) voor 1820. Antw. bij Ancelle. | 670 |
- (Nederlandsche Muzen-) 1821. Derde Jaar. Rott. bij J. Immerzeel, Jun. | 687 |
- voor het Schoone en Goede. 1821. Amst. bij G.J.A. Beijerinck. | 687 |
Annales Academiae Groninganae 1817-1818. Gron. apud J. Oomkens. | 498 |
Antwoord van Prof. van der Palm aan Prof. Muntinghe. | 43 |
Appenzeller, (J.C.) Wendelgarde van Linzgau. Haarl. bij A. Loosjes, Pz. | 41 |
Assen, (C.J. van) Perikles van Athene. 's Hag. bij de Wed. J. Allart en Comp. | 344 |
B. | |
Ballenstedt, (J.G.F.) De Voorwereld. II Deelen. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 533 |
Bange, (J.J.) Over de Zielen der Afgestorvenen. Gron. bij W. Zuidema. | 547 |
Barbaz, (A.L.) Dichterlijke Bloemhof. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 87 |
Becker, (G.W.) Raadgeving aan Hypochondristen. Rott. bij J. Hendriksen. | 290 |
Beckers, Verhandeling over de Typhus, enz. Utr. bij S. Alter. | 585 |
[deel 1, pagina 690]
Bedenkingen omtrent de Invordering van Belastingen, enz. Amst. bij Beijerinck en Willemsz. | 307 |
Beeloo, (A.) Maria Tesselschade Visscher. Blijspel. Amst. bij M. Westerman. | 127 |
- Tooneel- en Mengel-poëzij. 's Hag. bij de Wed. J. Allart en Comp. | 556 |
Bemmelen, (A. van) Leerredenen. Amst. bij W. Brave. | 147 |
Berg, (Mlle H. van den) Odille. II Tomes. Breda, chez W. van Bergen et Comp. | 490 |
Bertram, (J.T.) Dichtvruchten. Amst. bij J. Aarinksen. | 90 |
Beschouwing (Onpartijdige) des Koophandels. VIII. Amst. bij M. Schooneveld en Zoon. | 306 |
Bilderdijk, (W.) Verhandeling over de Geslachten der Naamwoorden. Tweede Druk. Amst. bij J.C. Sepp en Zoon. | 36 |
Bonaparte, (Lodewijk) Geschiedkundige Gedenkstukken, enz. over Holland. III Deelen. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 513 |
Boom, (J.W.V...) Praktikale Oefeningen. Rott. bij N. Cornel. | 664 |
Bouman, (K.H.) Heidespruitjes. Gron. bij R.J. Schierbeek. | 603 |
Boxman, (A.) De Overstrooming van Geld. en Zuid-Holl., in Jan. 1820. Gorinch. bij J. van der Wal. | 175 |
Brief aan den Red. der Vad. Letteroeff., rakende van 's Gravenweert. | 447 |
Brieven, over het Evangelie van Johannes. Iste D. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 104 |
- (Twee) van een Koopman in London Leyd. bij A. en J. Honkoop. | 525 |
Burney, (Miss) De Schipbreuk. Amst. bij de Wed. H. van Kesteren en Zoon. | 133 |
Bybel, (De) geen Boek voor Priesters alleen, enz. Amst. bij de Wed. G. Warnars en Zoon. | 287 |
[deel 1, pagina 691]
C. | |
Cantzlaar, (J.) Verhandeling over een' nieuwen Controleur. Midd. bij S. van Benthem. | 314 |
Capadose, (A.) Dissertatio. Lugd. Bat. apud Vid. M. Cyfveer, Joh. fil. | 334 |
Châteaubriand, (Burggr. de) Over de Alleenheersching volgens het Charter. 's Hertogenb. bij D. Noman en Zoon. | 17 |
Chaussier, (H.) Tegengiften. Rott. bij J. Hendriksen. | 154 |
Christemeijer, (J.B.) Tafereelen uit de Geschied. der Lijfstraff. Regtspleging. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 111 |
- Oorkonden uit de Gedenkschr. van het Strafregt, enz. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 485 |
Christen (De) in geest en aandacht vereenigd met God. Leyd. en Rott. bij J.W. van Leeuwen enz. | 106 |
Clarisse, (T.A.) Psalmi quindecim Hammaâloth. Lugd. Bat. apud H.W. Hazenberg, Jun. | 373 |
- (J.) Voor Jongelingen. Zestal Redevoeringen. Amst. bij J. van der Hey. | 647 |
Clauren, (H.) Twee Verhalen. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 491 |
Coquerel, (A.L.C.) Sermons. Amst. chez S. Delachaux. | 236 |
Crusius, (C. Baumgarten) De onzigtbare Kerk. Gron. bij W. Zuidema. | 300 |
D. | |
Desaugiers, (M.) Het Middagmaal van Magdalena. Blijspel. Nijm. bij C.J. van Goor en Zoon. | 656 |
Deussen, (J.W.H.) Verklaringsproeve. Amst. bij A. Vink. | 9 |
- De eerste Oordeelsdag. Amst. bij A. Vink. | 10 |
Dinckgreve, (J.F.) Verpligting van Neerlands Jongelingschap, enz. Winschoten, bij H.V. Huisingh. | 665 |
[deel 1, pagina 692]
Dolz, (J.C.) Lessen over de Gezellige Welvoegelijkheid. Zutph. bij H.C.A. Thieme. | 564 |
Doos (De) van Pandora. Amst. bij C.L. Schleijer. | 685 |
Dresselhuis, (J. ab Utrecht) De Lente. Middelb. bij de Gebr. Abrahams. | 630 |
Driessen, (J.C.) Dissertatio. Gron. apud J. Oomkens. | 109 |
Dyckmeester, (H.J.) Onderzoek van het Decreet van 24 Jan. 1812. Tiel, bij C. Campagne, Jr. | 216 |
- Tweede Verslag. | 266 |
E. | |
Eckartshausen, (Von) Redevoeringen. Leyd. bij J.W. van Leeuwen. | 648 |
Edgeworth, (Mistress) Vivian. II Deelen. Leeuw. bij Steenbergen van Goor. | 357 |
Ehrenberg, (F.) De Vrouw in hare waarde en grootheid. II Deelen. Amst. bij Beijerinck en Willemsz. | 442 |
Elphinstone, (M.) Gezantschapsreis naar Kabul. Iste en IIde D. Haarl. bij de Wed. A. Loosjes, Pz. | 586 |
Esz, (L. van) Gedachten over Bijbel en Bijbellezen. 's Hertogenb. bij D. Noman en Zoon. | 200 |
- Wat was de Bijbel voor de eerste Christenen? enz. 's Hertogenb. bij D. Noman en Zoon. | 200 |
Ewald, (J.L.) De Godsdienstleer van den Bijbel. IIde en laatste D. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 50 |
Eyk, (P. van) Geschiedenis der Joden. Amst. bij A.B. Saakes. | 5 |
Eylert,(R.) Verhandeling over de Gelijkenissen. Gron. bij W. Zuidema. | 627 |
F. | |
Feddersen, (J.F.) Leerzame Verhalen. Derde Druk. Amst. bij W. van Vliet. | 528 |
Furii Bononia. Lugd. Batav. apud S. et J. Luchtmans. | 461 |
G. | |
Gedachten over de aanstaande Nederl. Wetgeving. Zutph. bij H.C.A. Thieme. | 39 |
[deel 1, pagina 693]
Genlis, (Mevr. de) Handboek voor Reizenden. Amst. bij Mortier, Covens en Zoon enz. | 651 |
- Petrarcha en Laura. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 682 |
Gessner, (G.) Het Beeld van eene Stille in den Lande. Haarl. bij A. Loosjes, Pz. | 396 |
Gezangen in den Kerker. Rott. bij C.D. van den Dries. | 351 |
Glatz, (J.) Theone. Een Geschenk voor goede Dochters. Arnh. bij. C.A. Thieme. | 403 |
Godenpleit. (Het) Bij E. Lion en Zonen. | 183 |
Görres, (J.) Duitschland en de Revolutie. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 335 |
Gottis, (Mevr.) Frans de I en Mevrouw de Chateaubriand. Leyd. bij J.J. Thijssens en Zoon. | 610 |
Gravenweert, (J. van 's) De Ilias van Homerus. IIIde D. Amst. bij J. van der Hey. | 303 |
- Verspreide Lettervruchten. Amst. bij J. van der Hey. | 310 |
H. | |
Haakman, (H.) Redevoering op Dr. Rauwenhoff. Amst. bij P. den Hengst en Zoon. | 313 |
Hall, (M.C. van) M. Valerius Messala Corvinus. Iste D. Amst. bij J. van der Hey. | 554 |
Handleiding tot de kennis der enting met Koepokstof. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 421 |
- tot het schrijven van Brieven. Winschot. bij H.V. Huisingh. | 567 |
Harencarspel, (R. Scheers van) Specimen. Traj. ad Rhen. | 463 |
Heeren, (A.H.L.) Handboek der Geschiedenis der oude Staten. Zutph. bij H.C.A. Thieme. | 292 |
Hennert, (J.F.) Lessen over de Wijsbegeerte. Iste D. Leyd. bij L. Herdingh en Zoon. | 58 |
Heringa, E.Z. (J.) Tiental Bijbeloefeningen. Amst. bij J. van der Hey en J. Aarinksen. | 662 |
Heyningen, (H. van) Bijbeloefening over het Evang. |
[deel 1, pagina 694]
van Mattheus. Iste D. 's Hag. bij de Wed. J. Allart en Comp. | 455 |
Hoeufft, (J.H.) Parnasus Latino-Belgicus. Amst. apud P. den Hengst et Fil. | 601 |
Hogendorp, (D. van) Beschouwing van het koloniaal Systema in Frankrijk. Amst. bij H. van Kesteren en Zoon. | 667 |
Horst, (H.J. Meerman van der) Fabelen van Fenelon. Dev. bij J.W. Robijns. | 316 |
Hoyer, (G.) Dissertatio. Lugd. Bat. apud H.W. Hazenberg, Jun. | 420 |
J en I. | |
Jaarboekje (Geslachtkundig) voor 1820. Amst. bij de Wed. G.A. Diederichs en Zoon. | 225 |
Jack. (De kleine) Hoorn, bij J. Vermande. | 92 |
Jacobs, (F.J.) Grieksch Leesboek. IIde D. 3de Afd. Zutph. bij H.C.A. Thieme. | 654 |
Immerzeel, Jun. (J.) De Moederliefde, in vier Zangen. Rott. bij J. Immerzeel, Jun. | 346 |
Inwijding der nieuwe Leeszaal te Rotterdam. Rott. bij C.D. van den Dries. | 446 |
K. | |
Kampen, (N.G. van) Geschied. van de Fransche Heerschappij in Europa. IVde en Vde D. 's Hag. bij de Erven J. Allart. | 254 |
Karel en Sophia in hunne Beproevingen. Amst. bij J. van der Hey. | 178 |
Kephalides, (A.W.) Reis door Italië en Sicilië. II Deelen. Amst. bij de Wed. G. Warnars en Zoon. | 207 |
Kinderling, Leven van Gilblas van Santillana. Haarl. bij A. Loosjes, Pz. | 611 |
Kinker, (J.) Gedichten. IIde D. Amst. bij J. van der Hey. | 639 |
Klyn, (H.H.) Gedichten. IIde en laatste D. Haarl. bij F. Bohn. | 29 |
Koning, (A. de) Handleiding omtrent de Lijdensgeschiedenis. Dordr. bij J. de Vos en Comp. | 332 |
- Dagelijksche Oefeningen. Iste en IIde D. Dordr. bij J. de Vos en Comp. | 458 |
[deel 1, pagina 695]
Konynenburg, (J.) Letter-, Natuur- en Zedekundige Mengelingen. Amst. bij Schalekamp en van de Grampel. | 471 |
Koopmans, (R.) Redevoeringen en Verhandelingen. II Deelen. Amst. bij de Wed. G. Warnars en Zoon. | 507 |
Krom, (H.J.) Leerrede. Gouda, bij W. Verblaauw enz. | 6 |
Kunnen dan de Inkomsten der Schatkist niet verzekerd worden? enz. Amst. bij M. Schooneveld en Zoon. | 306 |
L. | |
Lafontaine, (A.) Rosaura, of het geheime Gerigt van het Noodlot. II Deelen. Amst. bij C.L. Schleijer. | 131 |
- Nieuwe Bloemen. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 182 |
- Agatha, of het Grafgewelf. II Deelen. Leyd. bij A. en J. Honkoop. | 312 |
Lagers (G.H.) en J. Schultz, Kerkelijke Redevoeringen, enz. Amst. bij B. Kramer en Zoon. | 331 |
Lappe, (K.) Geloof, Hope, Liefde, Vreugde. Amst. bij A.B. Saakes. | 107 |
Leen, (G.) Jacobs' Grieksch Leesboek. IVde D. Zutph. bij H.C.A. Thieme. | 135 |
Lektuur voor Vrouwen in den beschaafden Stand. 's Hag. bij de Wed. J. Allart en Comp. | 314 |
Lenting, (J.) Euripidis Medea. Zutph. apud H.C.A. Thieme. | 353 |
Lessen der Wijsheid. 's Hag., Amst. en Breda, bij van Cleef en van Bergen. | 228 |
Lobrij, (N.) Nagelatene Leerredenen. IIde D. Arnh. bij P. Nijhoff. | 149 |
Loghem, (H. van) Nieuwe Mengeldichten. Dev. bij L.A. Karsenbergh. | 391 |
Loots, (C.) De Mensch, in drie Zangen. Amst. bij J. van der Hey. | 221 |
Lotgevallen (Mijne) ter Zee, en Bedrijven op Batavia. Gron. bij W. van Boekeren. | 164 |
Lulofs, (B.H.) Watersnood, een Gedicht. Gron. bij J. Oomkens. | 437 |
[deel 1, pagina 696]
Lulofs, (B.H.) Schets van een Overzigt der Duitsche Taal. Gron. bij J. Oomkens. | 633 |
M. | |
Magazijn der Geneeskunde. IVde D. Rott. bij J. Hendriksen. | 202 |
- Vden D. 1, 2 en 3de St. | 466 |
Magendie, (F.) Over het Pruissisch Zuur. Amst. bij C.G. Sulpke. | 548 |
Mannelijke Grootheid van Ziel, enz. Zutph. bij H.C.A. Thieme. | 612 |
Marrée, (J.A. de) Reizen op en Beschrijving van de Goudkust. IIde D. 's Hag. en Amst. bij de Gebr. van Cleef. | 250 |
Messchert, (W.) De Watersnood. Dichtstuk. Amst. bij M. Westerman. | 437 |
Mnemosyne. Vde St. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 388 |
- VIde St. | 637 |
Moens, (P.) Mengelpoëzij. Amst. bij Schalekamp en van de Grampel. | 476 |
Montolieu, (Mevr. de) Belangrijke Verhalen. Leyd. bij J.J. Thijssens en Zoon. | 271 |
Müllner, (A.) De Schuld. Treurspel. Rott. bij A. May van Vollenhoven. | 84 |
Münscher, (W.) Leerboek der Christ. Kerkgeschied. Amst. bij J. van der Hey. | 54 |
Muntinghe, (H.) Geschiedenis der Menschheid. XI Deelen. Amst. bij J. Allart. Achtste Verslag. | 137 |
- Negende Verslag. | 185 |
- Tiende Verslag. | 449 |
- Elfde en laatste Verslag. | 493 |
- Leerredenen. Gron. bij J. Oomkens. | 328 |
N. | |
Naberigt. | 568 |
Netten, (C.A. Geisweit van der) Beknopte Handl. tot de Paardenkennis. Amst. en 's Hag. bij de Gebr. van Cleef. | 377 |
[deel 1, pagina 697]
Nierstrasz, Jun. (J.L.) De Verlosser, enz. Rott. bij J. Immerzeel, Jun. | 430 |
Numan, (A.) Handboek der Genees- en Verlosk. van het Vee. Gron. bij R.J. Schierbeek. | 62 |
O. | |
Onderwijs (Kort) in den Christ. Godsd. Gron. bij W. Zuidema. | 334 |
Opie, (Mrs.) Nieuwe Zedelijke Verhalen. Rott. bij Arbon en Krap. | 650 |
P. | |
Paccard, Louise van Vergy. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 91 |
Palm, (J.H. van der) Bijbel. IIde St. Leyd. bij D. du Mortier en Zoon. | 93 |
Pareau, (J.H.) Sermon sur 1 Tim. IV:14, 15. Utr. chez J. Altheer. | 375 |
Pareus, (D.) Academ. Redev., in 1619, over de Dordsche Synode. Leyd. bij D. du Saar. | 151 |
Peerlkamp, (P. Hofman) Xenophontis Ephesii de Anthia etc. Libri V. Harl. apud Vid. A. Loosjes, P.F. | 75 |
- Tweede Verslag. | 117 |
Pelkwijk, (J. ter) Tijdrekenk. Verhandeling en Tafel. Zwolle, bij Clement enz. | 580 |
- Tijdrekenk. Schoolboek en Almanak. Zwolle, bij Clement enz. | 584 |
Pemberton, (C.R.) Verhandeling over de Ziekten der Onderbuiksingewanden. Haarl. bij F. Bohn. | 11 |
Perk, (J.J.) Lequien's Verhandeling over de Interpunctie. Amst. bij W. Brave. | 482 |
Plötz, (J.B.C.F. von) Poëzij en Proza. Blijspel. Gron. bij W. van Boekeren. | 532 |
Poedel (De) op reis, om zijnen Heer te zoeken. Leeuw. bij Steenbergen van Goor. | 227 |
Protestant. (De) No. 1, 2 en 3. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 193 |
[deel 1, pagina 698]
R. | |
Reddingius, (G. Benthem) Handleiding voor het onderwijs in den Christ. Godsd. Gron. bij W. Zuidema. | 332 |
- Bijb. Handboekje voor bej. en oude Lieden. Gron. bij W. Zuidema. | 359 |
- Christelijke Godgeleerdheid. Gron. bij W. Zuidema. | 372 |
- (W.G.) Zedekundige Mengelingen. Gron. bij J. Oomkens. | 355 |
Reinhardt, (J.G.) Spiegel voor Meisjes. IIde St. Rott. bij J. Hendriksen. | 492 |
Riley, (J.) Verhaal en Beschrijving. IIde D. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 70 |
Roemer, (J.) Proeve eener Regtsgel. Verdediging van J.C. Leyd. bij A. en J. Honkoop. | 543 |
- Hulde aan Borger. Leyd. bij A. en J. Honkoop. | 657 |
Rosenmuller, (E.F.K.) De Oosterlingen. Iste D. Gron. bij W. van Boekeren. | 1 |
Roy, (J.J. le) Twee Verhandelingen. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 361 |
S. | |
Saabye, (H.E.) Fragment van een Dagboek in Groenland. Gron. bij W. Wouters. | 24 |
Sailer, (J.M.) Het Gebed onzes Heeren J.C. Amst. bij B.J. Crajenschot enz. | 272 |
Scheltema, (J.) Geschied- en Letterk. Mengelwerk. IIden D. 2de St. Amst. bij H. Gartman. | 259 |
Schets der oude Aardrijkskunde. Gron. bij J. Römelingh. | 607 |
Schippers, (S.W.) Latijnsch Leesboek. Gron. bij J. Römelingh. | 655 |
Schmid, (J.I.F.) Kort Begrip der Christ. Kerkgeschiedenis. II Deelen. Gron. bij J. Römelingh. | 460 |
Schotsman, (N.) Eerezuil. Tweede Druk. Leyd. bij J. van Thoir. | 7 |
[deel 1, pagina 699]
Schouten, (J.) Gedichten en Gezangen. Rott. bij J. Immerzeel, Jun. | 262 |
Shillibeer, (J.) Ontmoetingen op eene Reis naar Pitcairn. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 169 |
Snatich, (D.) aan zijne Medeonderwijzers. Gron. bij R.J. Schierbeek. | 526 |
Someren, (R.H. van) Gedichten. Haarl. bij F. Bohn. | 670 |
Spandaw, (H.A.) De Vrouwen. Tweede Druk. Gron. bij W. Wouters. | 523 |
Spookvertellingen voor Kinderen. Zaltb. bij J. Noman. | 136 |
Stilling, (H.) Het Heimwee. Iste D. Amst. bij J.C. Sepp en Zoon. | 569 |
- Tweede Verslag. | 613 |
Stuart, (M.) Jaarboeken. 1814; 1815 I. Amst. bij E. Maaskamp. | 155 |
Stürmer, (L. von) Schetsen en Tafereelen van Konstantinopel. Gron. bij W. Wouters. | 596 |
Surr, (T.S.) De Tooverkracht des Rijkdoms. II Deelen. Haarl. bij A. Loosjes, Pz. | 402 |
Swinin, (P.) Tafereelen uit eene Reis naar Noord-Amerika. Haarl. bij A. Loosjes, Pz. | 161 |
T. | |
Tollens, Cz. (H.) Romancen, Balladen en Legenden. IIde St. Rott. bij J. Immerzeel, Jun. | 563 |
Tuckey, (J.H.) Aardrijkskunde voor Zeevaart en Koophandel. Rott. bij J. Immerzeel, Jun. | 383 |
U. | |
Uren, aan den Godsdienst gewijd. Iste en IIde D. Amst. bij ten Brink en de Vries. | 411 |
V. | |
Valentia, (G.) Reize naar Indië, enz. IVde en laatste D. Haarl. bij F. Bohn. | 212 |
Veen, (A.J. van der) Handboek over het Avondmaal. Gron. bij W. Zuidema. | 3 |
Verhalen. (Belangrijke) II Stukjes. Zutph. bij H.C.A. Thieme. | 184 |
[deel 1, pagina 700]
Verhandelingen (Nieuwe) van het Haagsch Genootschap. 1816. II 's Hag. bij de Erve J. Thierrij en C. Mensing en Zoon. | 45 |
- 1817. | 405 |
- van Teyler's Godgeleerd Genootschap. XXIXste D. Haarl. bij J. van Walré en Comp. | 229 |
- Tweede Verslag. | 273 |
Verslag van het Instituut, wegens de Drentsche Brug. Amst. bij Pieper en Ipenbuur. | 172 |
Vinke, (H.E.) Specimen. Traj. ad Rhen. apud O.J. van Paddenburg. | 144 |
Voorst, (J. van) Leerredenen. 's Hag. bij de Wed. J. Allart en Comp. | 279 |
Vos, (F.H.) Eenige Gezangen. Gron. bij R. van Groenenbergh. | 678 |
Vreede, (P.) Herman en Hermine. Gron. bij W. Zuidema. | 397 |
W. | |
Warin, (A.) Voorstel tot verbet. der Haven van Amsterdam. Amst. en 's Hag. bij de Gebr. van Cleef. | 551 |
Welke Belastingen zouden toch wel de beste zijn? Amst. bij P. den Hengst en Zoon. | 307 |
Westendorp, (N.) Antiquiteiten. Iste St. Gron. bij J. Oomkens. | 552 |
Wette, (W.M.L. de) Bijbelsche Dogmatiek des O. en N.T. Isten D. 1ste St. Gron. bij W. Wouters. | 502 |
Wieling, (S.E.) Inwijding der Nieuwe Kerk te Mensingaweer. Gron. bij W. Wouters. | 150 |
Wilmsen (F.P.) Regelen der Verkeering met Kinderen. Gron. bij W. van Boekeren. | 403 |
- Eugenia. Amst. bij ten Brink en de Vries. | 679 |
Woord (Een) aan het Publiek. II Stukjes. Rott. bij N. Cornel. | 631 |
Y. | |
Ypey (A.) en I.J. Dermout, Geschiedenis der Nederl. Hervormde Kerk. Iste D. Breda, bij W. van Bergen en Comp. | 317 |
Z. | |
Zimmermann, (E.A.W. von) De Aarde en hare Bewoners. IVde D. Haarl. bij F. Bohn. | 245 |
- Vde D. | 422 |
Zutphen, (A. van) Nadeelige Gevolgen der Uitdeel. van Levensmidd. enz. Gorinch. bij J. Noorduyn. | 177 |
[deel 2, pagina I]
MENGELWERK,
VOOR
1820.
[deel 2, pagina III]
VADERLANDSCHE
LETTEROEFENINGEN,
OF
TIJDSCHRIFT
VAN
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN,
WAARIN DE
BOEKEN en SCHRIFTEN,
DIE DAGELIJKS IN ONS VADERLAND EN ELDERS UITKOMEN, OORDEELKUNDIG TEVENS EN VRIJMOEDIG VERHANDELD WORDEN.
BENEVENS
MENGELWERK,
tot Fraaije Letteren, Kunsten en Wetenschappen, betrekkelijk.
TWEEDE STUK.
VOOR
1820.
MENGELWERK.
Te AMSTERDAM, bij G.S. LEENEMAN van der KROE
en
J.W. IJNTEMA.
1820.
[deel 2, pagina V]
INHOUD
VAN HET
MENGELWERK.
De Poëzij de Taal des Gevoels. Door w.h. warnsinck, bsz. Dichtstuk. | 1 |
De Huid. | 19 |
Treffend Verhaal der vierendertigjarige Slavernij en Gevangenschap van p.j. dumont in Afrika. | 24 |
De Vergiftiging der Pestzieken te Jaffa, volgens echte Bescheiden. | 30 |
Uittreksels uit een Woordenboek der beschaafde Wereld. | 33 |
Nader Berigt, omtrent de Zwavelbron te Bentheim. Door w.f. visch, Predikant te Wilsum. | 38 |
De Rekenkunde. Door h.j. nassau. | 40 |
Het Stelsel van law verdedigd; met een woord over dat der Assignaten. | 43 |
Haydn in Engeland. | 45 |
De Handel van Europa. Dichtstukje. | 49 |
Verhandeling, over het belang, hetwelk de Maatschappij en de Staat hebben bij de Zedelijkheid van derzelver Leden. Door Mr. j.w. vermeer, te Nijmegen. | 53 |
Toestand der Geneeskunde in Konstantinopel. Door Dr. kranichfeld, Geneesheer bij het Oostenrijksch Gezantschap aldaar. | 69 |
Schipbreuk der Mysore, Dec. 1818. | 71 |
Treffend Verhaal der vierendertigjarige Slavernij en Gevangenschap van p.j. dumont in Afrika. (Vervolg en slot van bl. 30.) | 73 |
[deel 2, pagina VI]
Uittreksels uit een Woordenboek der beschaafde Wereld. (Vervolg van bl. 38.) | 79 |
Marianne. Door den Vrijheer c.b. von miltitz. Verhaal. | 84 |
Uitgraving der Sphynx, bij de Piramiden, in Egypte. | 94 |
Iets, over het gewone verzoek, bij Advertentiën van Sterfgevallen, om van Brieven van Rouwbeklag verschoond te worden. | 97 |
De Verovering van Amiens met Hazelnoten. | 99 |
Een krachtig woord tot nadenken. | 100 |
De Eikenboom en het Riet. Eene Fabel. | 100 |
De Adelaar en de Slak. Eene Fabel. | 100 |
Levensschets van wijlen den Heer pieter stinstra, Rustend Leeraar der Doopsgezinde Gemeente te Franeker, en Lid van den Raad dier Stad. Door Mr. j.w. de crane. | 101 |
Is het Voorval, hetwelk Evangelist lucas, in zijn Evangelie, (H. VII:36-50.) verhaalt, hetzelfde met dat, waarvan men berigt vindt bij matthaeus, (H. XXVI:6-13.) marcus (H. XIV:3-9.) en joannes (H. XII:1-8.)? | 112 |
De drie Leefregels. I. | 116 |
Intrede van het Britsch Gezantschap in Commassia, de Hoofdstad der Ashantijnen, in den Jare 1817. Door t.e. bowdich. | 121 |
Uittreksels uit een Woordenboek der beschaafde Wereld. (Vervolg en slot van bl. 84.) | 126 |
Antonia van silburg. Of: Wacht u voor den schijn des kwaads! Zedelijk Verhaal. | 131 |
Voorbeelden van Vernuft in een' Hond en een' Olifant. | 140 |
Schapen-wèl en Menschen-wee. | 142 |
Israëls Togt door de Roode Zee. Door w.h. warnsinck, bsz. Dichtstuk. | 142 |
Beschouwing van den Watersnood in Noord-Nederland, in Louwmaand 1820. Door een' Inwoner der Provincie Friesland. Dichtstukje. | 146 |
Het gelukkig Misverstand. Anekdote uit het Leven van jozef II. | 148 |
[deel 2, pagina VII]
Het rijke Feest der Vreugde in elk Jaargetijde. | 149 |
Vrijwillige Hongerdood, door den Verhongerden zelven beschreven. Door Prof. c.w. hufeland. | 156 |
Onthaal en Verrigtingen van het Britsch Gezantschap naar den Koning van Ashantee, op de Goudkust, in den Jare 1817. (Zie bl. 121 env.) | 162 |
Verhandeling, over het Spreekwoord: Schoenmaker, houd u bij uwe leest! Door h.j. van ruerlo holst, te Zaandam. | 173 |
Antonia van silburg. Of: Wacht u voor den schijn des kwaads! (Vervolg en slot van bl. 140.) | 185 |
De Ooijevaar. Door Mr. a. boxman. Dichtstukje. | 193 |
Amsterdam en Brussel bij den jongsten Watersnood. Door j.w. ijntema. Dichtstukje. | 195 |
Het Christendom. Dichtstuk, in twee Zangen. Door w.h. warnsinck, bsz. Iste Zang. | 197 |
Over de Opvoedingsgestichten van den Heer emanuel van fellenberg. Door p. de raadt, A.L.M., Phil. Doctor. | 206 |
Onthaal en Verrigtingen van het Britsch Gezantschap naar den Koning van Ashantee, op de Goudkust, in den Jare 1817. (Vervolg en slot van bl. 173.) | 221 |
Riga's bangste Nacht. Een Historisch Tafereel uit den bloedigen Oorlog van 1812. | 227 |
Het gelukkig Misverstand. (Vervolg van bl. 148.) | 233 |
De Apurestroom, in Zuid-Amerika. | 239 |
Wagenmensters. | 241 |
Mijn Vriend. Door Mr. a. boxman, te Gorinchem. Dichtstukje. | 242 |
Het Christendom. IIde Zang. | 245 |
Over de Opvoedingsgestichten van den Heer emanuel van fellenberg. (Vervolg en slot van bl. 221.) | 254 |
Koepokken vóór jenner. | 268 |
Oorsprong van den Titel, Medicinae Doctor. | 270 |
Een klein Vischje een zoet Vischje! Boertig Verhaal. Door N.S. | 271 |
[deel 2, pagina VIII]
Het gelukkig Misverstand. (Vervolg en slot van bl. 239.) | 282 |
De Vooroordeelen en Bijgeloovigheden onder den Gemeenen Man, en wel inzonderheid bij den Boerenstand. | 288 |
Ter gelegenheid der viering van het driehonderdjarig bestaan van het Burger-Weeshuis te Amsterdam, den 6den April 1820. Dichtstukje. Door w.h. warnsinck, bsz. | 291 |
De vermeerderde magt en het gevestigd aanzien der Romeinen, beschouwd als in zich bevattende de kiem van het verval en den ondergang des Romeinschen Staats. Eene Proeve van des menschen kortzigtigheid in het nasporen van de keten van oorzaken en gevolgen in de lotgevallen der wereld. Door is. an. nijhoff, te Arnhem. | 293 |
De drie Leefregels. II. | 303 |
Iets, over den zoogenaamden Wandelenden Berg, bij Namen. Uittreksel eens Briefs aan eenen Vriend in de Noordelijke Provinciën. | 312 |
Het eerste beklimmen der Blaauwe Bergen op Jamaika. | 320 |
De Amazone. Een Verhaal, op eene mondelinge Overlevering gegrond. | 322 |
De Mahomedaansche Farizeër. | 331 |
Anekdote, rakende den Franschen Generaal gilly. | 332 |
Vrouwelijk Eergevoel. | 334 |
De Franschman door zijn' Hond beschaamd. | 335 |
De Architekt en de Beeldhouwer. | 335 |
Het Landleven. Dichtstukje. | 335 |
Afscheidsgroet, uitgesproken in den Amsterdamschen Schouwburg, ter gelegenheid der sluiting van het Speelsaizoen, 13 Mei 1820. Door m. westerman. Dichtstukje. | 340 |
Lenteklagt. Dichtstukje. Door j.w. ijntema. | 342 |
De vermeerderde magt en het gevestigd aanzien der Romeinen, beschouwd als in zich bevattende de kiem |
[deel 2, pagina IX]
van het verval en den ondergang des Romeinschen Staats. (Vervolg en slot van bl. 303.) | 345 |
De drie Leefregels. III. | 362 |
De Engelsche Harddraverijen. | 370 |
Het Cosmorama van den Heer pfeiffer. | 376 |
Wandeling buiten de Barrièren van Parijs. | 381 |
Toegift van Uittreksels uit een Woordenboek der beschaafde Wereld. | 386 |
De Ridder rigal. Anekdote. | 388 |
Tranen. }Dichtstukjes. | 390 |
De Afgevaardigde. }Dichtstukjes. | 392 |
Anna's Boezem.}Dichtstukjes. | 392 |
Het Eeuwfeest. }Dichtstukjes. | 392 |
De Voordeelen van den doorgaanden Arbeid, tot welken de Mensch bestemd is. Door g.w. boot, Rector der Latijnsche Scholen en Districts-Schoolopziener in Zuid-Holland. | 393 |
De beruchte Zeeslang op de Kusten van Noord-Amerika. | 402 |
Vlugtige Oogslag op de Grootheid van ons Vaderland, in vergelijking met andere Volken. Eene onuitgewerkte Schets. | 406 |
De Engelsche Harddraverijen. (Vervolg en slot van bl. 376.) | 412 |
Wandeling buiten de Barrièren van Parijs. (Vervolg van bl. 386.) | 418 |
Toegift van Uittreksels uit een Woordenboek der beschaafde Wereld. (Vervolg en slot van bl. 388.) | 423 |
Zwarte jan. Door r.h. van someren. Romance. | 426 |
De Aankondigster des Doods. Uit het Dagboek der Reize eens Lijstanders. Eene ware Gebeurtenis. | 431 |
Michaël angelo. | 437 |
De Moeder en het Kind. Door h. van loghem. Dichtstukje. | 440 |
Zangers-troost. Door Mr. a. boxman, te Gorinchem. Dichtstukje. | 442 |
De Maarschalk van villars en de Advocaat. | 443 |
De Fransche Akademisten door eenen Geregtsdienaar verkloekt. | 444 |
[deel 2, pagina X]
Zonderling Eerbewijs aan eenen Dichter. | 444 |
Redevoering, over den Invloed van 's Menschen Zedelijkheid op de Verlichting van zijnen Geest. Door Mr. a. siewertsz van reesema, Advocaat te Rotterdam. | 445 |
Beschrijving van de Duikersklok en eener Nederdaling met dezelve. Door Dr. hamel, Hofraad van den Keizer van Rusland. | 462 |
Twee Uitstappen naar den Vesuvius, in Oct. en Nov. 1819. Door k.b. van miltitz. | 466 |
Brief van den Heer h.w.c.a. visser aan den Heer p. de raadt, wegens eene Beschuldiging, tegen pestalozzi te berde gebragt. | 480 |
De Dood van den Maarschalk van turenne. | 483 |
Sterke Afkeer van de Vleijerij onder de nieuwere Grieken. | 485 |
De arme Visscher. Eene ware Gebeurtenis. | 486 |
Mijne Vrienden. Door a.f. sifflé. Dichtstukje. | 489 |
In het Album van eene fiere en zeer ongevoelige Schoone. | 491 |
De Kardinaal richelieu en de Hertog van epernon. | 492 |
De openhartige Monnik. | 492 |
De Prins van condé en boileau. | 492 |
De Algemeene Kerk, of de Stemme der Christelijke Verdraagzaamheid. | 493 |
Genezing eener Verzwering, met Beenbederf, van den Sinus Maxillaris, of het zoogenaamde Antrum Higmori. Door j.a. visser bender, Heelarts te Hoorn. | 503 |
Berigten omtrent het Klooster op den St. Bernhardsberg in Walliserland, en van deszelfs eerbiedwaardigen Stichter. Door c.e.f. moulinié, Predikant te Génève. | 511 |
Patriottismus. - Liberaliteit. | 518 |
Wandeling buiten de Barrièren van Parijs. (Vervolg van bl. 422.) | 524 |
Iets, over het versieren der Menschenhuid, of het Prikschilderen. | 530 |
[deel 2, pagina XI]
Geschiedkundige Anekdote, rakende frederik II. | 533 |
Het Zwijnenspel van Tivoli. | 536 |
Vondel. Dichtstukje. | 538 |
Verhandeling, over Gal. IV:26. Door j. roeloffs, Predikant te Oudewater. | 541 |
Zeldzame Jagt op den Hyena. Door den Engelschen Kapitein williams. | 551 |
Over het Landleven in Engeland. | 556 |
Wandeling buiten de Barrièren van Parijs. (Vervolg en slot van bl. 530.) | 562 |
Iets, over wijlen den Harlinger Zeeschilder nicolaas baur. Door Mr. c.p.e. robidé van der aa, Procureur bij de Regtbank van Eersten Aanleg te Leeuwarden. | 568 |
Iets ter Verdediging van het Rijm van ij op ei. | 571 |
Lopez de vega. | 579 |
Alexander. Door Mr. a. boxman. Dichtstukje. | 580 |
Lofrede op nicolaus georgius oosterdijk. Door h. beeke, Medicinae Doctor te Haarlem. | 585 |
Wenken. I. | 602 |
De voornaamste Parijsche Koffijhuizen. | 607 |
Huibregt kornelisz. poot geschetst uit zijne Dichtwerken. Eene Voorlezing in eenen Vriendenkring. | 615 |
Antwoord van den Heer p. de raadt aan den Heer h.w.c.a. visser op zijnen Brief, geplaatst in de Letteroeff. voor Julij l.l. | 626 |
Bijzondere Eigenschap van het Oog. | 631 |
Over de Onpeilbaarheid der Schepping. | 633 |
George I. | 634 |
Het Gebed. | 635 |
Lettres de Cachet. | 635 |
Mozes. Door w.h. warnsinck, bsz. Dichtstukje. | 636 |
Kan desiderius erasmus te regt de eerste en grootste Hervormer der Christelijke Kerk genoemd worden? | 641 |
De Sultane validé. Door a. neale. | 654 |
Berigt, aangaande den Olifant, die te Génève op den 31sten Mei dezes Jaars gedood is. | 658 |
De voornaamste Parijsche Koffijhuizen. (Vervolg en slot van bl. 615) | 666 |
[deel 2, pagina XII]
Huibregt kornelisz. poot geschetst uit zijne Dichtwerken. (Vervolg van bl 626.) | 672 |
De viering van den Goeden Vrijdag te Jeruzalem. | 680 |
Het Linkeroog. Eene Mongoolsche Vertelling. | 682 |
Adam's Gewaarwordingen, bij het eerste onder- en opgaan der Zon. Naar w.f. sintenis. Door j. immerzeel, junior. Dichtstukje. | 685 |
De edeldenkende Wondheeler. Anekdote. | 688 |
Proeve eener Beschouwing van den tachtigjarigen Oorlog tegen Spanje, en deszelfs voordeeligen invloed op den Koophandel onzer tegenwoordige Noordelijke Provinciën. Door is. an. nijhoff. | 689 |
Wenken. II. | 704 |
Wandeling in het Prado van Madrid. Door belmont. | 712 |
Huibregt kornelisz. poot geschetst uit zijne Dichtwerken. (Vervolg en slot van bl. 679.) | 719 |
Het Wonder van het heilige Vuur te Jeruzalem. | 726 |
De Nederlandsche Nijverheid. Dichtstuk. | 728 |
Over een paar zonderlinge Wetten in Engeland. | 733 |
Schaak-mat. Dichtstukje. | 734 |
Welk deel had koenraad cornelisse, voorheen Schipper op het Galjoot den Bode in dienst der O.I.C. Kamer Zeeland, in het redden van het Schip Zuiderburg? Door j. de kanter, phil. z., te Middelburg. | 737 |
Over den Luipaard van de Kaap de Goede Hoop. Door c.j. latrobe. | 758 |
De IJsbeeren. | 760 |
Schipbreuk van den Oostenrijkschen Oorlogsbrik Il Dalmato. Door f.s. kandler. | 761 |
Treffende Ontmoeting van een' Zeereiziger. Door den Heer sternheim. | 767 |
De Koepok-Inenting in Indië. | 769 |
Sterk Voorbeeld van Gastvrijheid. | 770 |
Wie was scaramuzzi? | 771 |
Drietal oorspronkelijke, onuitgegevene, en naar het eigen Handschrift gedrukte Dichtstukken van huibregt kornelisz. poot. I. | 772 |
De Hollandsche Taal. Door theods. johs. kerkhoven. Dichtstukje. | 774 |