chaël angelo knielde, en bad om vergeving. ‘Mijn misstap ontstond niet uit slechtheid,’ zeide hij, ‘maar uit groote mismoedigheid. Ik kon de behandeling, welke mij in het paleis Uwer Heiligheid wedervoer, niet dulden.’ Julius, zonder te antwoorden, verzonk in nadenken en was bewogen, totdat een Bisschop, die door den Kardinaal soderini, broeder des Gonfaloniërs, om de verzoening te bewerken, was afgezonden, het woord nam, zeggende tegen den Paus: ‘Michaël angelo heeft door onwetendheid gefeild; alle kunstenaars, zoodra zij buiten hunne werkplaats zijn, begaan dergelijke fouten.’ Woedend sprong julius op, en bragt hem, met zijnen staf, eenen slag in den nek toe, zeggende: ‘Gij beschimpt hem, zoo als wij zelve hem niet beschimpen! Gij zijt een weetniet! Uit mijne oogen!’ En
toen de bedremmelde Prelaat niet gezind scheen om henen te gaan, dreven hem de dienaren met vuistslagen voort. De toorn van julius uitgewoed hebbende, gaf hij michaël zijnen zegen, deed hem nader treden, en gebood hem, Bologna niet te verlaten, zonder zijne bevelen af te wachten. Weinige dagen daarna liet hij michaël roepen, en zeide hem: ‘Ik beveel u, mijne beeldtenis te vervaardigen: het moet een kolossaal standbeeld zijn, hetwelk gij stellen zult op de poort van St. Petronius.’ Tegelijk wees hij hem, te dien einde, de som van duizend dukaten aan.
Nadat michaël angelo, nog vóór de Paus Bologna verliet, het model in klei vervaardigd had, kwam julius in zijne werkplaats. De werkmeester verzocht hem, te bepalen, wat hij hem in zijne linkerhand geven zou; een boek of zoo iets? - ‘Een boek?’ hernam de Paus; ‘voor den D. een zwaard! Ik versta mij niet op boeken. Maar zeg mij,’ voer julius spottend voort, de houding van den regterarm, die zeer beslissend was, bedoelende, ‘geeft uw standbeeld den vloek of den zegen?’ - ‘Het bedreigt dit volk,’ antwoordde de kunstenaar, ‘ingevalle het zich niet wijsselijk gedraagt.’
Michaël angelo arbeidde zestien maanden aan dit standbeeld, hetwelk driemaal meer dan levensgroot was; doch het volk gedroeg zich niet wijsselijk, want, nadat het des Pausen aanhang verdreven had, nam het de vrijheid, het standbeeld te verbreken: alleen het hoofd mogt der woede ontgaan; men vertoonde het nog na verloop eener eeuw; het