in den eersten opslag, het voorkomen heeft van het verhaal eens zelfden voorvals te zijn, door alle geboekt, en dat er, op zich zelf, zelfs iets vreemds is in het denkbeeld, dat twee onderscheidene vrouwen, beide op een vriendenmaal, op onderscheidene tijden en plaatsen, en echter beide ten huize van eenen man, wiens naam simon was, juist hetzelfde aan den Heiland verrigt hebben: en, kwame er dus, in de verder verhaalde bijzonderheden, bij de onderscheidene Evangelisten, niets verschillends, dan van klein belang, voor, men mogt dan in geene bedenking nemen, om de voorvallen voor dezelfde te houden. Maar wie nu die verdere bijzonderheden oplettend overweegt, ziet zonneklaar, dat daarin tegenstrijdigheden voorkomen, welke volstrekt dwingen, om verschillende voorvallen te onderstellen.
Wij willen niet breed opmerken, dat zelfs datgene, hetwelk oppervlakkig, in de onderscheidene verhalen, als overeenstemmend voorkomt, niet geheel eensluidend is, zoo als, bij voorbeeld, dat, bij lucas, de gastheer simon geen' bijnaam heeft, daar matthaeus en marcus hem dien van den Melaatschen geven, - dat hij, volgens lucas, een Pharizeër is, waarvan niets blijkt bij de anderen, - dat, volgens lucas, de vrouw schreit, en jezus voeten met tranen bevochtigt, waarvan joannes zoomin, als matthaeus en marcus, weten; terwijl het, bij den eerstgemelden dezer drie, geene tranen, maar het uitgestorte geurig vocht is, hetwelk de vrouw over de voeten gegoten had en vervolgens afdroogde, enz. Wij zullen beslissender punten van verschil aanwijzen.
Vooreerst: de plaats, waar het verhaalde gezegd wordt gebeurd te zijn, is niet dezelfde. Matthaeus, marcus en joannes noemen uitdrukkelijk Bethanië en dit was, niet alleen volgens matthaeus, H. XXI:2, marcus, H. XI:2, en joannes, H. XI:1 en 30, maar ook, hetgene meer zegt, volgens lucas zelven, II. X: 38 en XIX: 30, een vlek. Maar nu