Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1820

Nader berigt, omtrent de zwavelbron te Bentheim.

Vóór eenigen tijd gaven de Hoogleeraren thuessink en stratingh, te Groningen, door middel van dit geacht Tijdschrift, berigt van de beroemde Zwavelbron, in het Bentheimer-woud, een kwartier uur gaans van het vlek en kasteel Bentheim, gelegen; en gemelde Heeren, de bron en de kracht van het water op het naauwkeurigst onderzocht hebbende, drukten hunnen wensch uit: dat het Hoog Bestuur des Lands zijne opmerkzaamheid op deze bron, welke, volgens de getuigenis van den grooten hufeland, in kracht met die te

[p. 39]

Nenndorf gelijk staat, vestigen, en bij dezelve een badhuis stichten mogte. Ik heb het bijzonder genoegen, aan de Lezers van dit beroemd Maandwerk te kunnen melden, dat men op dit oogenblik bezig is, dien wensch te vervullen. Zijne Doorluchtigheid alexis, Vorst van Bentheim en Steinfurth, laat, met toestemming van Z.K. Hoogheid den Prins Regent van Groot-Brittanje en Hanover, bij deze bron een kostbaar badhuis, met de noodige gebouwen tot gerijf en vermaak der badgasten, stichten. Dit badhuis, waaraan men met allen ijver werkt, en waaraan geene kosten gespaard worden, zal tegen de lente van het volgend jaar gereed en van al het noodige voorzien zijn; terwijl in den loop van dat jaar nog twee andere gebouwen, van welke het eene 150 voet lang zal wezen, zullen opgetrokken worden. Daar de ligging van Bentheim, met deszelfs overoud kasteel en aanzienlijk woud, zoo gezond, en voor den Nederlander, die op zijnen vaderlandschen grond geene bergen en rotsen vindt, van welke men hier de schoonste gezigten op het nabijgelegene Munsterland, Overijssel en genoegzaam het geheele Graafschap heeft, zoo bekoorlijk is; daar Bentheim onmiddellijk aan de Nederlandsche grenzen gelegen, en slechts 10 uren van Koevorden en 18 van Zwol verwijderd is; daar, eindelijk, Steinfurth, met deszelfs Vorstelijken Bagno, die in den loop van dit jaar nog veel verbeterd is, in de nabijheid van Bentheim ligt, en aan de badgasten gelegenheid tot een aangenaam uitstapje geeft, - mag men met grond verwachten, dat de Nederlanders aan het bezoek van deze bron, boven die van Nenndorf of van andere meer afgelegene Zwavelbronnen in Duitschland, de voorkeur zullen geven, vooral daar de beroemdste Nederlandsche geneeskundigen zulk eene voordeelige getuigenis van dezelve hebben afgelegd. Eene geschiedenis van het Graafschap Bentheim, van de vroegste eeuwen aan, tot op dezen tijd toe, welke de Ondergeteekende voornemens is in het Nederduitsch uit te geven, zal, in het begin van het aanstaande jaar, bij den boekverkooper j.l. zeehuizen, te Zwol, het licht zien; hetgene voor de brongasten geene onaangename lektuur zal zijn.

w.f. visch, Predikant te Wilsum.
Wilsum, in het Graafschap Bentheim, den 30 Nov. 1819.