al te zeer bij velen vergetene, werken wederom op te wekken, en het nut, dat hij heeft gesticht, ook voor onzen leestijd alzoo te vermenigvuldigen.
De Nederlandsche Republiek op het einde der XVIIIde Eeuw beschouwd, is een wel gesteld geschied. en staatkundig verslag van eenen ongenoemden uit de school van den Hoogleeraar kluit, met zaakkennis geschreven, en waarvan de uitgave alsnu nog, daar de vroegere partijschappen gedempt, en de twisten door den loop der gebeurtenissen en de ondervinding zijn bijgelegd, van nuttigheid wezen kan; hoezeer het niet te denken is, dat allen den steller in ieder opzigt van iedere vooringenomenheid zullen vrijspreken. Als aanhangsel is er eene brochure van 1790 bijgevoegd, ten titel hebbende: Wat staat ons Batavieren te doen bij het vrij worden der Belgen? en waarin alstoen reeds beweerd werd het wenschelijke van de vereeniging der Zuidelijke met de Noordelijke Nederlandsche Provinciën. De Uitgevers meenen, dat dit stukje, zoo al niet door den Raadpensionaris van der spiegel zelven, dan toch waarschijnlijk met overleg en goedkeuring van dien Staatsman alstoen zal geschreven zijn.
Hulde aan de Nagedachtenis van wijlen j. guepin is het laatste prozaïsche opstel in dit Deel, en leert ons dien voormaligen Schepen en Raad der stad Vlissingen, als Dichter vooral dan ook, kennen, en als den man, die tot de verbanning van het Psalmgezang, naar de berijming van dathenus, uit onze Kerken, krachtig medegewerkt, en dezelve voorgearbeid heeft; ofschoon hij zelf het genot dezer weldaad niet heeft beleefd. - Onder de Dichtstukjes in dit Deel vindt men eenen Lijkzang op dezen verdienstelijken man, door wijlen Ds. j.j. brahé; welke zang den Uitgeveren niet van verdiensten ontbloot scheen.
Meer dichterlijke waarde hebben intusschen de hier medegedeelde stukken van den Heer en Mevr. bilderdijk; eene navolging, namelijk, van het zesde Hekeldicht van persius, en Rodrigo de Goth, naar het Engelsch van southey, welke hier als eene voorloopige proeve van volledige overbrengingen dier beide stukken worden opgegeven. Ook vinden wij hier herdrukt de gedichten van bilderdijk aan Mr. i. da costa en feith op het afsterven van e.j. greve. Van da costa ontvangen wij hier alexander's Zegefeest, naar het Engelsch van dryden. De Zelfopoffering van