Heeren a. van deinse, President, en a.j. snouck hurgronje, Secretaris, hebben zitten turen op dit Wolphaartsdijksche scheepje; en wie weet, welke vermoeijende raadplegingen de Provinciale Kerkvergadering zelve gehouden heeft, en hoe ieder daar zat met eenen oud-Dordschen bril, eer men gezegde Heeren tot het afgeven van vlag en wimpel volmagtigde! - Wij hielden reeds op het zoo prachtig versierde, anders weinig beteekenend vaartuigje aan, en wilden het zoo zoo aan boord klampen, toen ons, tusschen al de vlaggen in, eene kleine in het oog viel, die teeken is van rouw over eene doode op het schip; en aanstonds hielden wij daarom af. - Inderdaad, hoe zich het gevoel dan ook ontlaste en het gebroken hart zich uitstorte, bij zoo iets verstompt dadelijk onze pen, hoe zeer ook reeds gepunt tot scherts of berisping. Zoo zal het ook den Lezer gaan, die welligt echter, met ons, verwachten en wenschen zou, wat minder bloempjes, en wat meer en duidelijker van en voor het lijdende hart, in deze Lentepreek te vinden.