overreden om haar te schaken, haar naar het vaste land over te brengen, en dat wel op een tijdstip, dat hij een ander meisje beminde en wezenlijk hoogachtte.’ En dit was noch zijne eenige, noch zijne laatste dwaasheid. Geheel de geschiedenis is leerzaam, de ontwikkeling van het karakter menschkundig, en de loop der gebeurtenissen zeer mogelijk, ja nagenoeg vooraf te berekenen. Wij hopen, dat zich velen aan dezen vivian zullen spiegelen, en dat ook de lessen voor den opvoeder, hier zoo overtuigend en tastbaar gegeven, niet zullen verloren gaan. Omdat wij de lezing, met een opregt proficiat, velen jongen lieden aanprijzen, geven wij van het onderhoudend geschrijf geen overzigt of uittreksel; te minder, daar een ander Tijdschrift ons te dezen aanzien ditmaal vooruit was, zoowel als in den verdienden lof: maar met de volgende ware opmerkingen, die inderdaad zoo vele nuttige lessen zijn, willen wij onze Letteroefeningen versieren en den gegevenen lof bevestigen:
‘Menschen van meer dan gewone geestvermogens zijn doorgaans degene, die, wanneer hunne hartstogten eenmaal ontvlamd zijn, de eene ongerijmdheid op de andere stapelen, en alle hulpmiddelen, zonder onderscheid, te bate nemen, om bewijsgronden voor hunne dwaze stellingen te vinden. Zij vergenoegen zich niet met, even als de domme hoop, eenvoudig te zeggen: ik wil het zoo! maar zij pogen van hetgene zij willen de redenen aan te voeren, en hunne gevolgtrekkingen zijn, aan het gezond verstand getoetst, niet zelden geheel valsch en ten eenemale onbestaanbaar.’
‘De onvernuftigste dieren, van het insekt tot het viervoetig dier, betoonen, bij hunne gewigtigste aangelegenheden, eene schranderheid, die, met hun gewoon gebrek aan inzigt en bevatting vergeleken, inderdaad verwondering baart.’ (Hier moeten wij de toepassing bijvoegen: Onmogelijk kon vivian zich verbeelden, ooit de speelbal te zullen worden van eene vrouw, die hij daartoe zoo volstrekt onbekwaam achtte. Tegenover eene vrouw van verstand en vernuft zou hij, buiten kijf, behoedzamer zijn geweest. In een enkel oogenblik, en met eene zeer geringe inspanning van zijne krachten, meende hij zich te kunnen losrukken, wanneer zij het al wagen durfde, hem netten te spannen. Hiervan, zijns oordeels, genoegzaam overtuigd, verzuimde hij zelfs die ge-