Bijbel, als berekend naar de geestelijke behoeften der menschheid, - over de bewijzen voor de waarheid der openbaringen van den Bijbel, - en, eindelijk, over de tegenwerpingen tegen de leer des Bijbels in het algemeen, en over het bewijs uit eigene ondervinding. Achter iedere dezer afdeelingen volgen, meestal, aanmerkingen, even als in het vorige Deel. Voorts heeft de Eerw. Vertaler eenige aanmerkingen onder den tekst van ewald gevoegd, waar hij zulks eenigermate noodig oordeelde.
In de behandeling der zoo even aangeduide onderwerpen, volgt ewald weder zijnen eigenen weg. Men ziet er overal in den zelfdenkenden en waarheidzoekenden man, die, zich door het voorbeeld der nieuwigheidzoekers onder zijne landgenooten niet latende wegslepen, den Bijbel als een waarlijk Goddelijk boek eerbiedigt, en de buitengewone tusschenkomst der Godheid op eene bescheidene en verstandige wijze tegen de nieuwerwetsche uitvlugten handhaaft. Hij verwerpt derhalve de mythische verklaring van Engelenverschijningen, ja verdedigt de voor velen, in onze dagen, aanstootelijke leer van booze geesten. Met groot genoegen zagen wij, hoe hij de bewijzen voor de waarheid der Goddelijke openbaringen, in den Bijbel vervat, wikt en weegt, en, bijzonder, het bewijs, uit de wonderen van Jezus en de Apostelen ontleend, op de duchtigste gronden staaft: dit gedeelte is, zoo als het ons voorkomt, meesterlijk, en overeenkomstig de behoeften van onzen tijd, behandeld, en de geschiedkundige waarheid der wonderen, waarop het, in onze dagen, vooral aankomt, wordt daarin zeer overtuigend aangetoond, zoodat een onbevooroordeeld lezer het gedrongene en het nietige der pogingen kan gevoelen, waarmede men al het wonderbare en bovennatuurlijke op eene natuurlijke wijze zoekt weg te verklaren. Zeer gepast en belangrijk zijn ook ewald's aanmerkingen over de tegenwerpingen tegen den Bijbel en deszelfs leer, waaromtrent wij ons vergenoegen, met een enkel woord,