| |
Aanteekeningen, betreffende het eiland Madeira, gedurende mijn verblijf aldaar in 1815.
(Vervolg en slot van bl. 683.)
Toen het eiland Madeira ontdekt werd, bevond men het, als ware het, met bosschen overdekt; men besloot toen de hoeveelheid daarvan te verminderen, ten einde meerder bebouwbaar land te bekomen, en verkoos daartoe het middel van het vuur. De brand, eens aangestoken, nam spoedig dermate de overhand, dat bijna alles afbrandde, en het hout, hetwelk men tegenwoordig nog op het eiland vindt, is van zeer weinig aanbelang. Doch weldra bespeurde men, dat de asch der afgebrande bosschen den grond buitengemeen vrucht- | |
| |
baar, en vooral tot het telen van wijn bijzonder geschikt gemaakt had. Men bragt wijnstokken over van het zuidelijke Europa, en de uitslag bekroonde volkomen de verwachting. De voortreffelijkheid van het luchtgestel van Madeira en de vruchtbaarheid van den grond vereenigden zich, om den uitmuntendsten wijn voort te brengen, die den naam van dit eiland alomme heeft beroemd gemaakt. Wanneer de wijnoogst niet tegenvalt, worden op dit eiland jaarlijks 30 à 40 duizend pijpen wijn gewonnen, waarvan ten naasten bij de helft verzonden, en de andere helft op het eiland zelf gedronken wordt. De beste wijn groeit op de zuidwestzijde van het eiland, niet verre van de stad Funchal, voornamelijk in de kerspelen van Santo Martinho en Santo Roch. Op de zuidzijde van het eiland wordt de wijnstok gewoonlijk langs eene soort van liggend latwerk geleid; op de noordelijke zijde leidt men die veelal langs de takken van boomen op, aan wier voet de wijnstok geplant wordt. Er zijn onderscheidene soorten van Madeira-wijn; de soorten, die het meeste als artikel van handel verzonden worden, zijn de London Market en de London Particular Madeira-wijn; doch, behalve deze, heeft men nog verscheidene andere soorten, als: Cantêiro-wijn; dit is wijn, die langen tijd op het vat gelegen heeft,
en aldus geheeten, omdat de stellaadje van hout, waarop de wijnvaten liggen, in het Portugeesch, Cantêiro genoemd wordt; Tinto-wijn, dus genoemd, omdat die eene donkerroode kleur heeft; Vinho de Roda, omdat die eene reis naar de Oostindiën of naar Brazilië gedaan heeft; men heeft namelijk bevonden, dat de Madeira-wijn buitengemeen in voortreffelijkheid toeneemt door het vervoer, vooral in heete luchtstreken; reden, waarom men van tijd tot tijd eenigen wijn de reis naar de Oostindiën of Brazilië doen laat, en alsdan op het eiland, echter in hetzelfde schip, waarmede die uitgegaan is, doet terugkomen, wanneer die alleruitmuntendst geworden is. Doch de edelste wijnen, uit hunne natuur zelve, zijn ongetwijfeld
| |
| |
de zoogenoemde Sercial-wijn en die, welke Malvasia- of Malmsey-wijn genoemd wordt. De laatste is een fijne, rijke, zoete wijn, onovertrefbaar voorzeker, en wel waardig, om voor den edelen Nektar, dien, volgens de Fabelkunde, jupiter, cum suis op den Olimp gedronken hebben, gehouden te worden. - Deze edele soorten van Madeira-wijn worden slechts zeer zelden naar Europa overgebragt.
Door mijn lang verblijf op het eiland Madeira, was ik in de gelegenheid, den wijnoogst bij te wonen, in het laatste gedeelte der maand Augustus, alswanneer de druiven hare volkomene rijpheid verkregen hebben. De wijze, waarop het sap uit de druiven geperst wordt, is der edele natuur van dezen wijn hoogst onwaardig, en ten uiterste onbehagelijk voor het oog. De druiven liggen in een' vierkanten houten persbak, die op eene stellaadje, ruim vier voet boven den grond, staat. Twee arbeiders trekken hunne laarzen van geel leder uit, stappen, zonder hunne voeten het minste van eenige onreinheid te zuiveren, blootsbeens in den persbak, en treden de daarin liggende druiven zoo lang, als er eenig sap uit wil loopen, hetwelk, door eene kleine opening aan eene zijde van den persbak, in eene op den grond staande kuip vloeit. Nu worden de overgeblevene druifschillen in het midden van den persbak op een' hoop bij elkander gelegd, en met een touw omwonden, ten einde dezelve bijeen te houden, waarna men het sap, hetwelk nog daarin voorhanden is, door middel van eene soort van pers of drukker van een allerellendigst zamenstel, daaruit perst. Deze druifuitpersing geschiedt niet in de stad, maar daar, waar de wijngaarden zijn, op de bergen. Het druivennat, nu in de kuip vergaderd, wordt vervolgens in kleine vaatjes, die lang en smal, en daardoor gemakkelijk te dragen zijn, of in schapen- of geitenvellen gedaan, en dan naar de stad Funchal gebragt, hetzij op den rug van ezels, of door de landlieden zelve. Met een' stok over den schouder, waaraan hij het met druivennat opge- | |
| |
vulde vel draagt, en den geheelen weg over zonder ophouden zingende of neuriënde, op eene onverstaanbare en voor een beschaafd gehoor schier onverdragelijke wijze, brengt de arme landman van Madeira de vrucht des wijnstoks stadwaarts. Van de verder af gelegene plaatsen op het eiland wordt het druivennat over zee in booten naar de stad
Funchal gebragt, alwaar het de verdere noodige bereiding ondergaat, waardoor het die hoogst edele wijn wordt, welks voortreffelijkheid niet genoeg geroemd kan worden.
De verdere voortbrengselen van het eiland zijn: onderscheidene soorten van groenten, aardappelen, boonen, granen, eenig suikerriet, oranjeappelen, citroenen, noten, appelen, peren, perziken, vijgen, pruimen, abrikozen, kastanjes, aardbeziën, pompoenen, bananen, kersen, enz. Het graan, hetwelk op het eiland wast, is zoo weinig, dat het voor slechts vier maanden tot levensonderhoud kan verstrekken; en de bewoners van het eiland Madeira zonden van honger moeten sterven, bijaldien zij niet van buitenslands hunne levensmiddelen ontvingen, die, om zoo te spreken dagelijks, voornamelijk uit de Vereenigde Staten van Amerika en uit Ierland alhier ingevoerd worden. Gedurende de maanden Junij, Julij en Augustus, echter, worden er weinig buitenlandsche produkten gebruikt; de landlieden en arme bewoners van het eiland eten, gedurende dien tijd, buitengemeen veel vruchten, en halen zich, door die of onrijp of boven mate te gebruiken, dikwijls kwaadaardige ziekten op den hals.
Het vee, hetwelk op dit eiland gevonden wordt, is, zoo als ik hierboven reeds van de paarden aangemerkt heb, klein van soort; men heeft er echter zeer goed ossenvleesch, en het lamsvleesch, hetwelk hier zeer veel wordt gegeten, wordt voorzeker nergens overtroffen. De zee rondom het eiland levert veel visch op, onder anderen de keurige Pescáda, en uitmuntende kreeften.
Buiten de stad, en hoog boven dezelve verheven,
| |
| |
tegen de bergen op, vindt men de talrijke woningen der landlieden, van hunne wijngaarden omringd, en de landhuizen, den vermogenden inwoneren van Madeira toebehoorende, met hunne omliggende bosschaadjen, tuinen enz., die buitengemeen schoon zijn. Bijzonder aangenaam is het in het zoogenaamde Válle, een bekoorlijk oord op de helling der bergen, omtrent een half uur gaans van de stad Funchal; de grond is daar genoegzaam gelijk, en is dit eene aangename plaats voor den vermoeiden wandelaar, om te verpoozen op den moeijelijken bergweg. Een met veel smaak aangelegd landgoed ligt in dit Válle of dal, hetwelk, door de uitmuntende ligging, het overschoon uitzigt, de aangename lommer, en de vele andere voortreffelijkheden, waarmede de natuur het begiftigd heeft, waarlijk een klein Elysium genoemd kan worden. Bijzonder aangenaam is het, dat men over het geheele eiland geene de minste vrees voor eenige wilde, gevaarlijke of vergiftige dieren behoeft te voeden; want deze zijn alhier volstrekt niet te vinden.
Doch onder de schoone landgoederen op het eiland Madeira verdient Palhêiro do ferrêiro de eerste plaats, en geen vreemdeling blijft in gebreke, het te bezoeken en te bewonderen. Dit landgoed ligt beoosten de stad Funchal, boven op de bergtoppen, en behoort aan Senhor joaõ de cavalharo te Funchal. De weg daarhenen is zeer lang, en loopt in deszelfs kronkelingen, gelijk de overige wegen op het eiland, over en bezijden de bergen, dikwijls langs den rand van ontzettend diepe afgronden, waarin men met ijzing nederziet. Ja, het kan niet ontkend worden, dat het reizen op het eiland Madeira, hetwelk te voet of te paard geschiedt, dikwijls met zeer veel gevaar verbonden is. De wegen zijn doorgaans smal en ten uiterste oneffen; het grootste gedeelte daarvan is in den oorspronkelijken natuurstaat, zoodat het paard, vooral wanneer de weg bergaf leidt, dikwijls gevaar loopt van te struikelen. Het paard, op het oogenblik wanneer het door den drijver, door middel van zijnen met eene ijzeren punt voorzienen stok, aangespoord wordt, neemt eene ontzettend snelle vaart, en brengt zijnen berijder, van uit eenen veilig door de bergen heenloopenden weg, door eene schielijke wending van denzelven rondom eene hoogte, eensklaps op den rand van eenen vreesselijken afgrond. Wie ijst niet bij het gevaar van dus met het paard onvoorziens in
| |
| |
zulk eene diepte ter neder te storten? Maar voor hem, die er behagen in schept, de natuur in al hare schoonheid te beschouwen, en het prachtige, grootsche en majestueuze van de tafereelen, die zij in hare oorspronkelijke, ruwe, ongekunstelde, maar ontzag en eerbied verwekkende gedaante aanbiedt, te bewonderen; voor hem, voor den man van gevoel, wien het een lust is, den Schepper in de werken zijner almagt te verheerlijken, is het reizen op het eiland Madeira een waar feest voor het gemoed. Ik bezocht, gedurende mijn verblijf op het eiland, het landgoed Palhêiro do ferrêiro menigmalen, en vond iederen keer nieuwe gelegenheid, mij over den togt derwaarts te verheugen. Op eenen morgen begaven wij ons onder anderen op weg, een gezelschap van twaalf of dertien personen uitmakende; de Dames werden, uitgenomen ééne, die liever verkoos te paard te rijden, gedragen in palanquins; de Heeren waren alle te paard; wij maakten, met de drijvers onzer paarden, de dragers der palanquins en de bedienden, te zamen een' ganschen trein uit; en had deze optogt, vooral voor eenen vreemdeling, zeer veel aangenaams. Ter bestemde plaatse aangekomen zijnde, spreidden wij onzen disch op het gras uit, en nuttigden, op deze alleraangenaamste en eenvoudige wijze, eenen landelijken maaltijd. Onze paarden met hunne drijvers, de dragers met de palanquins, en de bedienden, hadden zich, in onze nabijheid, onder de boomen gelegerd, zoodat wij alle te zamen een klein kampement of legerplaats vertoonden. Wij vermaakten ons buitengemeen wel op dit schoone landgoed, en keerden in den namiddag, op dezelfde wijze als wij gekomen waren, naar de stad terug.
Is het uitzigt, hetgene men van het landgoed Palhêiro do ferrêiro geniet, schoon en heerlijk, het wordt nogtans overtroffen door dat, hetwelk men heeft van de plaats, waarop de kerk van Nossa Senhora do Monte gebouwd is. Na omtrent een uur bergopwaarts gewandeld te hebben, komt men aan deze kerk, toegewijd aan de Maagd maria, onder den naam van Onze lieve Vrouwe van den Berg. Reeds op tamelijken afstand uit zee is deze kerk te onderscheiden, uit hoofde van hare uitstekende witheid en verhevene standplaats. Men klimt, na den langen bergweg te hebben afgelegd, tot dit statig gebouw met acht en zestig breede trappen op. Nu wendt men zich om, en - daar ligt voor onze verwon- | |
| |
derde oogen het heerlijkste tafereel, schooner, prachtiger, dan de levendigste verbeelding het zich kan voorstellen. Voor ons, aan alle zijden, de landhuizen der grooten, en de nederige hutten der landlieden, van wijngaarden omringd, langs de helling der bergen, op wier kruin wij ons schijnen te bevinden; wij vervolgen dit gezigt, en aanschouwen diep beneden ons de stad Funchal met al hare sorten, kloosters en kerken; hoe heerlijk vertoont zich de baai van Funchal, en de rotsen, die den Oceaan, als ware het, begrenzen; voor de stad zien wij de reede met de schepen daar ten anker, en nu eindigt zich dit overschoone Panorama in de onmetelijke, alles omringende wereldzee. Hier en daar zien wij een schip aankomen, naar het eiland koers zettende; in de stad is men daarvan nog onbewust. - Dit heerlijk tafereel vertoont zich, als ware het, opééns en in zijn geheel aan onze oogen; want de standplaats, waar men zich bevindt, heeft dit boven Palhêiro do ferrêiro vooruit, dat zij, in plaats van ter zijde, juist achter de stad Funchal is, in het midden, om mij zoo eens uit te drukken, van het amphitheater van
het schoone tooneel, dat voor ons uitgebreid ligt. Achter ons verheffen zich de bergen nog zeer hoog; en het schijnt, als konde men derzelver hoogste punt nooit bereiken: want gestadig, wanneer men eene of andere plaats, die ons als de meest verhevene toescheen, bereikt heeft, wordt men ontwaar, dat men zich bedrogen heeft.
Het inwendige van de kerk van Nossa Senhora do Monte is niet uitstekend, en men vindt daarin evenmin, als in de kerken in de stad Funchal, eenige zitplaatsen voor de gemeente.
Een der voornaamste heilige dagen, en voor den vreemdeling bijzonder merkwaardig, is de dag van Nossa Senhora do Monte, op den 15 Augustus. Op dien dag werd het H. Avondmaal in deze kerk gevierd. Duizenden van menschen, van alle standen, begaven zich naar deze kerk; de weg daarheen was opgevuld gelijk eene volkrijke straat in eene groote stad; en dezulke, die, tot boetedoening wegens hunne zonden, om den Hemel te verzoenen, zich eene zware zelfkastijding hebben opgelegd, hadden reeds gisteren dezen geheelen langen moeijelijken bergweg (het is bijna ongeloofelijk, en echter waarheid) op hunne knien kruipende afgelegd. De menigte menschen, die ik op dezen dag rondom deze
| |
| |
kerk verzameld zag, was ontelbaar; de een gaat derwaarts uit Godsdienstige oogmerken, de ander uit nieuwsgierigheid, om de ontzettende menigte te zien. Na den afloop der Godsdienstoefening schaarden zij zich alle op de heuvels en in de kleine dalen rondom de kerk, en vermaakten zich op velerhande wijzen. Hier hoorde men de guitarre, het geliefde speeltuig der landlieden op Madeira, daar werd gezongen, ginds weder danste men bij het geluid, of liever geklep, der kastanjetten, enz. Dit duurde tot in den avond, alswanneer de menigte, voor het grootste gedeelte min of meer beschonken, naar huis terugkeerde.
Funchal is de eenige stad; echter vindt men nog vele dorpen, gehuchten, kerken enz. op het eiland, die alle aan de buitenzijden van het eiland, op de helling der bergen en in de dalen, gebouwd zijn; want het binnenste of middelgedeelte van het eiland is eene woestenij, en wordt niet bewoond. Santa Cruz is een dorp van tamelijke grootte; doch Machico, alsmede Camacho, zijn kleine plaatsen van weinig aanbelang.
Op den 26 October viel er een buitengemeen zware regen, die in de stad Funchal vele verwoestingen aanrigtte, door de sterke stroomen, die daardoor met woede van de bergen nederstortten. Het water stroomde door de waterleidingen of grachten met eene verbazende kracht en snelheid, gelijk eene zee, vergezeld van een donderend geraas; terwijl het in deszelfs vaart eene ontzaggelijke menigte steenen, waaronder van aanmerkelijke grootte, van de bergen met zich medesleepte. In eenige straten stond het water meer dan twee voet hoog; het stroomde in vele winkels en magazijnen, en bedierf eene groote menigte goederen van allerhande aard. Vele woningen, boomen, en drie bruggen, die over de waterleidingen lagen, werden weggespoeld, en de schade, door deze overstrooming veroorzaakt, was aanmerkelijk. Vele der inwoners waren bevreesd voor eene vernieuwing van de wolkbreuk, die in het jaar 1803 Madeira zoo deerlijk teisterde.
De inwoners van Madeira, namelijk de afstammelingen der Portugezen, zijn gewoonlijk van eene bruinachtige kleur, zeer eigenaardig aan eene heete luchtstreek, gelijk de hunne. De kleeding der fatsoenlijke klassen is Europeaansch; de landlieden, ossendrijvers en arbeiders dragen kleine spitse blaauwe
| |
| |
mutsen, en laarzen of schoenen van geel leder; dikwijls ziet men hen maar aan een' voet eene laars of schoen dragen, terwijl de andere in het geheel geen bekleedsel heeft; vele der geringe vrouwen dragen groote mantels, die tot op hare voeten afhangen, en waarmede zij hare armoede bedekken.
Alle Portugezen zijn groote liefhebbers van snuiftabak, en ook hier gebruikt men dien buitensporig; doch het rooken van tabak is zeer weinig in gebruik, ten minste onder de fatsoenlijke klassen der inwoners: onder de geringere ziet men nu en dan vier of vijf mannen op de straat in een' kring bij elkander staan; een van hen neemt een weinig tabak, rolt het in een stukje papier, steekt het aan, rookt twee of drie haaltjes, en overhandigt het dan, tot hetzelfde einde, aan zijnen buurman, en deze weder verder, totdat het eindelijk het gezelschap rondgegaan, en de tabak verteerd is.
De landstaal op Madeira is het Portugeesch; echter spreken de Engelschen tot elkander altijd in hunne eigene taal.
Deze natie geniet hier zeer vele en groote voorregten, den handel betreffende, voornamelijk in het stuk van inkomende regten op goederen en koopmanschappen, door hunne schepen aangebragt. Een jongman, op het eiland Madeira geboren, kan, wanneer hij op het kantoor van een der Engelsche handelshuizen aldaar eene plaats bekleedt, niet tot den soldatenstand gedwongen worden.
De muntspecie, hier in gebruik, is de piaster of Spaansche daalder, in waarde nagenoeg gelijkstaande met twee en een' halven Hollandschen gulden. Men noemt deze munt hier Patáca; zij wordt weder in verscheidene onderdeelen verdeeld, en geldt op het eiland Madeira 1000 Réis. De boeken en rekeningen worden gehouden in Milréis (of 1000 Réis) en Réis.
Behalve Madeira en het eiland Porto Santo, zijn er nog eenige zeer kleine eilanden, of liever rotsen, die mede tot de Madeira-eilanden behooren. Zij verdienen echter ter naauwernood aanmerking, als zijnde bijna geheel dor en onvruchtbaar. Zij worden de Deserta's genoemd.
Ik verliet het eiland Madeira, op den 15 November, in eene Amerikaansche brik. In den achtermiddag, nadat de uitklaringsboot ons schip op zijde geweest en alles in orde gebragt was, werd het anker geligt, en verlieten wij de reede van Funchal. Eene zachte koelte blies in onze zeilen, en wij konden daardoor slechts weinig vorderen. Middelerwijl
| |
| |
was het avond geworden; de maan ging op in haren vollen luister, en wierp hare zachte glansen op de bergen van Madeira. Heerlijk vertoonden zij zich, in eene bekoorlijke schakering van licht en schaduw. Liefelijk weêrkaatste het water het maanlicht. Statig en langzaam dreven wij, tusschen een Fransch oorlogs- en een koopvaardijschip, op de stille oppervlakte van den Oceaan. Het was een heerlijke avondstond!
|
|