mag deze vraag gepast schijnen; maar bij nadere overweging en vergelijking, van hetgeen er ten voordeele der vaccine gedaan is, en van hetgeen ter tegenwerking bestookt wordt, zal het blijken, dat er bij dit alles nog niet genoeg gedaan is. Terwijl men mogelijk ook ter verdere bestrijding zoude willen bijbrengen, dat het goede geene aanprijzing verdient, of dat een te groote ijver zelfs der goede zaak nadeelig kan worden, zoo geloof ik toch, dat, waar het niet alleen op het behoud van zoo vele levens aankomt, maar, hetgeen van niet minder belang voor den Staat is, op de bewaring voor altijddurende verminking, men niet te veel zeggen, niet te veel doen kan. Mogt dan deze bijdrage ter overtuiging van slechts één huisgezin, tot behoud van één eenig dierbaar pand, of ter bewaring der gezondheid van één enkel voor den Staat nuttig wezen dienstbaar worden, dan zal ook zij niet te vergeefs geschreven zijn; met dit oogmerk is zij opgesteld, uit dit oogpunt worde zij beoordeeld!
Den 7den Febr. l. l. werd ik ontboden in de woning van j. maarleveld, waar zich, behalve dezen man met vijf kinderen, nog twee huisgezinnen bevonden. Ik vond aldaar één der vijf kinderen, cornelius, oud 16 jaren, door de kinderziekte aangetast; terwijl zijn broeder leendert, oud 17 jaren, en drie zusters nog niet gevaccineerd waren of gepokt hadden. Daar deze vier zich nog schijnbaar wel bevonden, dacht ik te mogen beproeven, wat de inenting met koepokstof zoude vermogen, het zij ter beveiliging, het zij ter verzachting van de kinderziekte, voor welke alle deze voorwerpen nu blootstonden. Door gebrek aan stof, kon dit niet vóór den 10den daaraanvolgende geschieden, wanneer ik de overige dier kinderen inentte, met dit gevolg: Bij leendert en carolina kwamen de koepokken op. Bij den eersten hielden zij eenen geregelden loop, en vertoonden den 9den dag alle teekens der echte koepokken, behalve dat de kring slechts flaauw, meer bleek dan rood, en van eenen ge-