Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1819
(1819)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 219]
| |
Genezing van een hardnekkig uitslag door sulfuretum calcis stibiatumGa naar voetnoot(*). Door Dr. Buer, praktiserend Geneesheer in het Hertogdom Westfalen..Een boerenknecht, omtrent 28 jaren oud, van een tamelijk sterk ligchaamsgestel, leed, reeds sedert 5 jaren, aan een herpetisch uitslag, hetwelk, uitgenomen het gezigt en de handen, over het geheele ligchaam verspreid was. Dit uitslag bestond uit, op zich zelf staande, korsten van de grootte eens stuivers, meestal rond van gedaante, en bijna altijd droog. In den beginne waren dezelve kleiner geweest, doch langzamerhand grooter geworden en meer verspreid. Aanleidende oorzaken waren er, noch in 't gestel van den kranke, noch in dat zijner ouders, noch in eenige op hem gewerkt hebbende omstandigheden, te ontdekken. Het uitslag was 's winters sterker dan in den zomer, en veroorzaakte een onaangenaam, jeukend gevoel over de geheele huid. In al dien tijd waren er tegen dit gebrek, door verschillende Geneesheeren, eindelijk ook door Dr. buer, allerlei middelen aangewend geworden. Doch te vergeefs. In 't Journal van hufeland eene verhandeling van deszelfs beroemden uitgever, over den spiesglanshoudenden zwavelkalk, en deszelfs nut in hardnekkig uitslag, gelezen hebbende, besloot Dr. buer dit middel, ook hier, eens te beproeven, schreef te dien einde voor: ℞ sulfur. calc. stib. dr. β. mucilag. g. tragacanth. dr. j.m.f. pill. no. LX. D., en liet hiervan, tweemaal 's daags, vijf nemen. Uitwendig liet hij het uitslag dikwijls betten met: ℞ sulfur. calc. stib. dr. j. | |
[pagina 220]
| |
coque in figul. bene claus. c. aq. fontan. libr. V. ad col. libr. IV. solut. adhuc cal. in lagen. fundat. D. Na een gebruik, gedurende ruim twintig dagen, van deze pillen en dit waschwater, schilferde het uitslag af en verdween geheel, eerst nog roode plekken, als na de kinderpokken achterblijven, nalatende. Nu liet Dr. buer nog eenigen tijd de pillen doorgebruiken, en sedert dien tijd geniet de boerenknaap eene goede gezondheid. (Hufeland und harles, Journal &c. Sept. 1818.) |
|