Grootmoedige trek van den tegenwoordigen Turkschen keizer.
De Sultan wandelde onlangs aan den oever der Zwarte Zee; hij bemerkte een nieuw gebouwd prachtig landhuis; hij wilde weten, wie de eigenaar van hetzelve was: men zeide hem, dat het een Armeniër was, die den Christelijken godsdienst beleed. Hij begaf zich dadelijk derwaarts, en vroeg aan den bezitter van dit prachtig gebouw, hoeveel hem hetzelve gekost had. De Armeniër, vreezende voor al te rijk gehouden te worden, antwoordde schielijk: 300 beurzen (f900,000); terwijl hij inderdaad meer dan driemaal zoo veel daaraan besteed had. De Sultan hield hem bij zijn woord, en verklaarde zich eigenaar van het huis. De ongelukkige Armeniër was wanhopig; maar hoe verwonderd en verblijd was hij, toen hij, eenige dagen daarna, twee Bostangis zag komen, die eene cassette voor hem nederleiden met 1000