C.F. Gellert's Fabelen en Vertelsels, in Nederduitsche Verzen gevolgd. III Deeltjes. Te Amsterdam, bij de Wed. G. Warnars en Zoon. In 12mo. f 7-:-:
Oude wijsheid, die wel meestal de beste bevonden wordt, omhing zich altijd gaarne met het eenvoudig-schoone gewaad van fabel of vertelling, ten einde, met behulp dier inkleeding, gereederen ingang te vinden in het jeugdig gemoed, of ook bij hen, die hare verschijning, in eigene, hemelsche gedaante, niet konden dragen. En wie, van lateren of ook van onzen tijd, waren wel bekwamer en gelukkiger in deze soort van verziering, dan de Fransche la fontaine en de Duitsche gellert? Maar de eerste, hoe vernuftig, bezoedelde niet zelden het reine kleed, en stelde voor het bestreden kwaad een nog erger in de plaats, voedsel gevende aan galante, of, in goed Hollandsch, onkuische zeden. Gellert, in tegendeel, de brave gellert bleef steeds natuurlijk, zonder onzedig, naïf, zonder dubbelzinnig, levendig, zonder gevaarlijk, en leerzaam, zonder immer vervelend te zijn. Ouden en jongen, rijken en armen, voor allen en iedereen is hij verstaanbaar en onderhoudend, in de vertelling zoowel als in de fabel. Met een hartelijk genoegen kondigen wij alzoo deze bevallige uitgave van gellert's Fabelen en Vertelsels, in netten half Engelschen band, met 150 keurige prentjes, aan, zoo bijzonder en boven de meeste andere geschikt tot Nieuwjaarsgeschenkjes voor de Jeugd van beide sekse, welke hier, in een enkel boekdeeltje, eenen schat van levenswijsheid vindt, die eene gansche kinderbibliotheek kan opwegen.