zijns vaders (paard, trommel en musket) vrijelijk zijnen speelmakkers toonen mag, gerust gesteld, dat wij de van God ontvangene weldaden mogen vermelden en aanwijzen; en nu wordt de leer der verlossing door Jezus Christus, van het Paradijs aan, opgehaald, en de daaruit volgende zaligheid, en het vrolijk voortgaan van deugd tot deugd, aangevoerd. (Dit schijnt zoo het hoofdbeloop; de Prediker volgt eene methodus tecta, en is dus hier en daar wat moeijelijk te volgen.) De toepassing wordt echter duidelijk aangemeld; zij heeft dezen loop: Dezelfde God, die Israël beweldadigde, bragt onze voorvaders van het Heiden- tot het Christen- en naderhand tot het Protestantendom; Hij bevrijdde ons in de laatste jaren van buitenlandsch geweld en overheersching, door onzen geliefden Koning, tot wiens lof, en tot lof van wiens kroost, het Orgel nu, tot streeling van hart en oor, eens wilhelmus van nassouwen speelt.
Na deze stichtelijke verpoozing van de Godsdienstige aandacht, door dien liefelijken klank en dat heerlijk maatgeluid, ontvangt de Gemeente eene, door het voorbeeld der oude Israëlieten aangedrongene, opwekking tot dankbaarheid en den lof van God, en om nu voortaan door het Orgel liefdevlammen in de borst te doen wekken, en de hoop der zaligheid te verlevendigen. In plegtige aanspraken ontvangen wij mede nog allerlei. Dezelve zijn gerigt aan den Hoogëdelen Heer Gouverneur van Vriesland, aan den Heer Grietman van Hennaarderadeel, en aan de Bestuurders van het Kerkfonds; voorts aan den Orgelmaker, die het kunststuk begon, en aan hem, die het heeft afgewerkt. Ten slotte volgt eene vermaning aan alle aanwezigen.
Reeds de titel vermeldt de bijzonderheid, welke wel niet buiten voorbeeld, maar echter uiterst zeldzaam en dus aanmerkelijk is, dat geheel de Leerrede dichtmaat is; en letterlijk is dit zoo, zonder dat zelfs de gebeden, het Onze Vader (hier tweemaal gevariëerd), aanbeveling van de Armen, zegen, ja zelfs het voorlezen