eene der voornaamste behoeften en heilvolle bedoelingen is van het leeraarsambt; want, hoezeer van den predikstoel doorgaans tot meer bejaarden gesproken wordt, is de opmerking niet vreemd, dat de omstandigheden en betrekkingen der menschen over het algemeen van dien aard zijn, dat het gesprokene zelden diep tot in het hart dringt, en dat de indruk slechts oogenblikkelijk, en even ras vergeten als gehoord is. Het is op het aankomend geslacht voornamelijk, van beide sekse, dat de Leeraar, die zijnen post getrouw is, met allen nadruk werken moet; terwijl hij van dezen arbeid voor verstand en gemoed de beste vruchten verwachten kan.
Met deze overtuiging namen wij dan deze Leerredenen in handen, doorlazen dezelve met oplettendheid, en getuigen opregtelijk, dat, zoo heilzaam des Leeraars doel geweest is, hij hetzelve bij de behandeling der belangrijkste onderwerpen zeer wel getroffen heeft. Immers, derzelver ontvouwing is zeer regelmatig, zoo ten aanzien van den tekst, als van het daaruit getrokken thema; de bewijzen zijn zeer goed aangebragt, de ernst en nadruk zeer gepast, en het roerende der toepassing is allezins geschikt om met vrucht te werken. Alleenlijk heerscht daarin zekere eentoonigheid, welke, als wij het mogen zeggen, uit eene al te kunstmatige verdeeling voortvloeit. Wat toch is of moet het prediken anders zijn, dan eene Godsdienstige en gemoedelijke toespraak tot het verstand en hart, welke, naar aanleiding van den tekst, op alle gronden van menschen- en Godsdienstkennis, zoo eenvoudig moet zijn, dat zij door allen verstaan en op eigen' toestand zorgvuldig wordt toegepast? Ieder afzonderlijk gedeelte moet redenering en toepassing tevens zijn. Langs dezen weg vervalt het stijve der gewone slotaanspraken ter behartiging. En dan nog, vreezen wij, zijn de volzinnen, over het geheel genomen, wat te lang, om naauwkeuriglijk onthouden te worden. De openbare Redenaar moet zich bovenal bevlijtigen, om eenvou-