daad, men behoeft deze verhandeling slechts te lezen, om warm te worden, om te wenschen: o, ware ik zoo opgeleid! of kon het nog worden! en dus inzonderheid voor zijne kinderen iets dergelijks te verlangen. Voorzeker, het zou niet kunnen missen, dat zij, indien maar eenigzins welgeaard, terstond liefde voor het onderwijs, liefde voor de oude letteren, en voor al het schoone en goede, daar zoo rijkelijk verspreid, opvatteden en als indronken. De vraag is slechts, of het geschetste in allen deele uitvoerlijk zij - of de Schrijver, niet praktikaal bekend met het schoolonderrigt en van tamelijk jeugdigen ouderdom, zich niet hebbe laten wegslepen door denkbeeldige ontwerpen - of het aantal, het verschil en vooral de traagheid van verstand en hart bij sommige der leerlingen de zaak niet onmogelijk make. Wij matigen ons hieromtrent geene beslissing aan. Zeker is het, dat er in den onderwijzer zelven veel vereischt wordt, om volkomen zoo te onderwijzen, als men hier verlangt. Maar is het niet de taak zijns levens? eene aangename, vereerende, nuttige taak, zich aldus te bewegen in dien oceaan van kundigheden, door de oudheid opgeleverd, ten einde anderen als met dit geurig vocht geheel te doortrekken? Dan, laat de schilderij van den voortreffelijken Schrijver ook onder de idealen behooren, wij verheugen ons niet te minder in derzelver
bestaan; opdat men poge hetzelve althans te naderen, en zoo menigen heerlijken trek uit hetzelve te ontleenen. Wij vertrouwen, dat de ware liefhebber der ouden dit te eer doen zal, omdat 's mans gansche leergebouw, (indien wij zoo eens met onze Duitsche broeders mogen spreken) ten aanzien der stoffe zoowel als vorm, zoo veel antieks doet kennen. Ja, van assen moge al geen Rector, noch zelfs Professor zijn, gekweekt in de school - neen, in de lusthoven van Plato en Cicero, is hij, naar ons oordeel, volkomen bevoegd, om over alles, wat het onderwerp betreft, ook aan meesters lessen te geven.
De verhandeling van den geleerden terpstra deelt welligt in het lot, van zoo geheel gaaf niet gevolgd te kunnen worden. De reden is, dat hij het onderwijs in de Grieksche taal aan dat in de Latijnsche taal laat voorafgaan. Dit geschiedt toch tot hier toe, zoo veel wij weten, op geene enkele school. En zekerlijk moeten hiervoor goede redenen bestaan, daar men het anders over het meer natuurlijke en