het gelukkige leven van den werkzamen en gerusten middelstand. En deze zijne welberadene keuze zij dan ook voor iederen Lezer, al is hij niet in zoodanig een zonderling geval, eene heilzame les; terwijl men overigens ook, door geheel dezen kleinen Roman, vele nuttige, waarschuwende en aanwijzende wenken, van allerlei aard, zal aantreffen, die der behartiginge overwaardig zijn.
De andere Verhalen zijn korter, en drie in getal. - Jakob bij laban; namelijk een hedendaagsche Jakob en Laban en Rachel, waarbij echter geene Lea komt. De Laban is een rijke boer in het Oldambt; en de jonge, aanzienlijke Heer, die zich als boerenknecht vermomde, en, zonder dat Laban het wist, om zijne Rachel diende, leeft nu met zijne Rachel gelukkig, als beschaafd en aanzienlijk landman. Het stukje is niet onaardig, en zal de aanwijzing ten doel hebben, dat wezenlijke beschaving, ook in wijze van leven en genot, niet onmogelijk is, noch ook al te zeer behoeft af te steken bij het vereischte tot den akkerbouw, onder den rijken boerenstand. - De ijsgang. Een vondeling, bij eene overstrooming liefderijk door eenen kinderloozen Dorppredikant opgenomen, en door diens nalatenschap in staat tot de studie, ontdekt, bij toeval, zijne wezenlijke, geringe en arme ouders, die, omdat zij den dood van dit hun kind niet konden bewijzen, en tot het verzorgen van eenen plaatsvervanger onvermogend zijn, vervolgd werden van wege de Conscriptie, onder den Franschen dwang. Zich wijsselijk niet ontdekkende, om zelve niet nutteloos wederom te moeten afdalen tot den geringeren stand, redt hij hen heimelijk uit dit ongeval, met opoffering van geheel zijn vermogen en uitzigt. Zijne plotselinge armoede bragt hem in verdenking; en nu ontviel hem ook de hoop op zijne geliefde. Deze, echter, kwam, door een gelukkig toeval, der waarheid op 't spoor, en door hare ouders werd hij nu in staat gesteld tot studie en huwelijk. - De nieuwe ariadne. Mejufvrouw Lize, eene Predikantsdochter, op een der kleine eilanden onzer vaderlandsche zeekusten, redde eenen knappen Engelschman, bij toeval daar achtergebleven, van de Fransche nasporing, huwde hem eindelijk, en het paartje leefde als herder en herderin, op een nog kleiner eilandje, eenzaam en vergeten. Gelukkig ook; tot dat het den jongen Lord toch wat te
eenzelvig en vervelend werd, waarom hij zijne kans