te noemen) alle blijken van een' Roman, en is als zoodanig geen van de minsten. Een braaf Fransch Officier, die tot zijnen eersten veldtogt juist dien in Rusland treft, redt in het brandende Moskou een paveljoen, waarin zich eene zieke Dame en hare dochter bevinden. De eerste is eene Fransche, eene vriendin der moeder van alfred, den jongen Officier, sedert met een' Russisch' Generaal gehuwd; deze is met zijn' zoon in den slag bij de Moskowa gesneuveld, en heeft nu weduwe en wees hulpeloos achtergelaten. De jonge Franschman betoont aan moeder en dochter alle oplettendheden, verlieft (dat spreekt van zelve) op de dochter, en wil haar met zich nemen gedurende den aftogt des legers. Men kent dien voor Frankrijk heilloozen, voor Europa zoo zegenrijken aftogt. Voor eene vrouw was die reis niet aangenaam; echter bleef het minnende paar bijeen tot aan de Berezina, bij wier overtogt alfred van zijne geliefde angela wordt afgescheiden; hij brengt het echter nog tot en door Wilna heen, waar hij, genoegzaam in 't gezigt van de haven der redding, wordt gevangen genomen, terug naar Rusland gesleurd, naar Siberië, doch krijgt onderweg de vergunning om te Kasan te blijven, ontmoet daar de weduwe des broeders van angela, wordt door haar in zijne vlugt begunstigd, verliest onderweg, te midden eener menigte van gevaren en tegenspoeden, zijn' vriend eugenius, wordt eindelijk door een Poolsch huisgezin ondersteund om Frankrijk te bereiken, waar zijne moeder, tot welke zich angela reeds voorlang begeven had, hem met opene armen ontvangt, verblijd over de terugkomst des
Konings.
Aanmerkingen van belang hebben wij op dezen Roman zoo min, als uitstekende plaatsen daarin gevonden: slecht is hij niet, maar ook niet verheven boven den drom zijner medebroeders: het is ook hier: aurea mediocritas.