dat, bij zulk eene gesteldheid van het Regt, de Jury eene weldaad was; doch geenszins in Nederland, waar de Regters altijd met huiverende naauwgezetheid over het leven eens menschen uitspraak deden. Nogtans werd hier, nog even bij tijds, de ongelukkige van den dood verlost, doch eerst na een lang en moeijelijk Regtsgeding in vrijheid gesteld. - De Geneesheer bors heeft veel van een' gepredestineerden dief; althans moet het dievenörgaan van gall bij hem geweldig uitgepuild hebben. Hij wierp te meermalen zijne geheele fortuin weg, om - te stelen. Reeds was hij daardoor in de haven zijner fortuin; reeds bezat hij een groot huis, een goed kapitaal, en uitzigt op een rijk huwelijk; dan nog kon hij het stelen niet laten, en kwam aldus aan de galg. - In poilly zien wij - niet eene stiefmoeder, maar eene eigene moeder, een' eigen' broeder, zamengezworen tegen een' ongelukkigen, die vijfendertig jaren lang in kerkers of kloosters, geheel onschuldig, tegen deze vijandschap te worstelen heeft. Wij kunnen ons van zulke broeders, vooral van zulke moeders, geen denkbeeld maken; maar - het tooneel is in Frankrijk, vanwaar ons dikwijls vadermoorden en dergelijke onnatuurlijke gruwelen vermeld worden. - Jozef, de Doofstomme, is de ware Geschiedenis van dien doofstommen jongeling, wiens lot, zoo als men er toen over dacht, aan de meesten onzer Lezeren wel uit het Tooneelstuk, De Abt de l'Epée, zal bekend zijn. Dan, het is naderhand, uit geregtelijke stukken, gebleken, dat hij geen Gravenzoon van het huis solar was; dat het kind, hetwelk men toen dacht vermist te zijn, later op eene andere plaats gezien, en aldaar overleden is, dan de doofstomme
kweekeling van den Abt in de omstreken van Parijs was opgenomen. Doch de herkenning van zijne zuster en andere leden der familie, de bijzondere omstandigheden van dat geslacht, welke hij naauwkeurig schijnt gekend te hebben, dit alles werpt nog een' digten sluijer om de eigenlijke toedragt dezer netelige zaak. Uit zekere navragen zou men jozef voor een arm kind uit de streken van Luik (de Schrijver zegt Luttich) en Namen (Namur) houden. - Michiel alenzer was een arm en onkundig, maar toch godvruchtig opgevoed jongeling; versmade liefde bragt hem in 't ongeluk, en eindelijk, toen zijne geliefde den hoon zoo verre dreef, van zelfs de geschenken, waaraan hij een groot gedeelte zijner kleine bezitting had te koste gelegd, te willen