Aanspraak bij het overhandigen der Geschenken aan het Weeskind Jan Helderenbosch, voor het redden van twee, door het ijs gezakte, Menschen, den 25 December 1817, uitgesproken den 13 Maart 1818, door Cornelius Henricus a Roy, Med. Doct. enz. Te Amsterdam, bij L. van Es. 1818. In gr. 8vo. 40 Bl. f :-8-:
De alhier opgegeven titel stelt oogmerk en inhoud van het boeksken zoo duidelijk voor, dat de Recensent er niets heeft bij te voegen, dan alleen dit, dat de waardige Spreker, naar gelegenheid van tijd en plaats, en dus in aanmerking genomen zijnde de personen, tot welken hij, met de overhandiging van eene zilveren tabaksdoos, op last van Heeren Burgemeesteren, en van een zilveren horologie met ketting, uit naam van Regenten, zich wenden moest, alhier eenvoudig en gemoedelijk het woord gevoerd heeft. De openbare erkentenis, toch, van ware verdiensten in alle gevallen, maar bovenal in weeskinderen, kan niet anders dan tot bemoediging dienen, om belangelooze goedwilligheid meer en meer uit te lokken en te bevorderen. De heilige aard van dit onderwerp houdt alle andere aanmerkingen terug, welke anderzins welligt zouden te maken zijn.