Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1819

Hulde aan Luther, door A. Loosjes Pz., bij gelegenheid van het derde Eeuwfeest der Hervorming, toegebragt. Te Haarlem, bij A. Loosjes, Pz. 1817. In gr. 8vo. 40 Bl. f:-10-:

Onder den vloed der geschriften bij het Hervormingsfeest ware dit stukje bijna verzwolgen geraakt, om deszelfs mindere uitgebreidheid, niet om geringere waarde dan verscheidene andere door ons beoordeelde dichtstukken. Evenwel kunnen wij het niet onder de meesterstukken van loosjes rangschikken. De inhoud is luther's moed, betoond in het verwerpen van menschelijk gezag ter breideling van 's menschen denkvermogen, in het opdelven en bekendmaken aan het gros des volks der bijna verketterde Heilige Schrift. Luther wordt, op zijne schuilplaats in den Wartburg, bij den Apostel joannes op Pathmos vergeleken. Hoe oud ook deze vergelijking zij, (wij meenen van luther zelven) zoo ongepast is zij toch, en kan bijna eerder voor een contrast dienen. De Apostel werd door een' dwingeland, tot straf, gebannen; de Hervormer door een' menschenvriend, te zijner

[p. 299]

behoudenis, geborgen. Aan het slot wordt luther zelf sprekend ingevoerd, (zoo als hij namelijk thans zou gesproken hebben) zijne navolgers tot broedermin, ook omtrent andersdenkenden, opwekkende. - Achter het stukje zijn eenige geschiedkundige aanteekeningen; gelijk in een uitvoerig Voorberigt de viering van het Hervormingsfeest, als allezins met de onbepaaldste verdraagzaamheid bestaanbaar, verdedigd wordt.

Ginds en elders stieten wij op harde regelen, zoo als: Omhels' hij het Hervormd geloof, - 't Doemvonnis plegtig in het vuur, - Trotsch 's Pausen ban, - Verkiest voor 's kloosters's huwlijksbanden, enz. Zelfs is een regel te lang: Deed eens de dwingland Domitiaan. Anders is er wel gang en verheffing in het dichtstuk, 't welk zich meer door kracht dan door welluidendheid aanbeveelt.