degedeeld, welke door hem meestal uit de verschillende luchtgesteldheid worden afgeleid: dan, buiten deze korte aanmerkingen, ontmoeten wij niets tot opheldering van de zonderlinge verschijnselen, die zich in de zoogenoemde Reuzen of Dwergen vertoonen. Het onderwerp is dus voornamelijk geschiedmatig behandeld, Wij vinden hier de opgave van 4 zoogenoemde Reuzen, als: goliath van gath; klaas van kijeten, of de Sparwouder Reus; gerrit bastiaansz van Lekkerkerk, en de Zweedsche cajanus; ook van 2 Reuzinnen: trijntje cornelis dr. keever en trijn van hamburg; voorts van eene kloeke gestalte in de waarschijnlijke grootte van Koning saul, en eindelijk van 7 Dwergen, als: een Poolsch Edelman, met zijn' Broeder; jakob de reus, eenen Praagschen Jood; hanz worrenberg van hartzhausen; simon jane paap van Zandvoort; nikolaas de ferry, of bébé, en den Dwerg van Keizer augustus. Ten slotte dient de beschrijving van frederika ahrens van Oldenburg, een Meisje van 20 jaren, lang 6 voeten en 2 duimen, in omtrek 64 duimen, en wegende 435 ponden, welke zich aan vele Europesche Hoven, en ook in het vorige jaar, 1818, te Amsterdam, vertoond heeft.
Hoe zeer wij nu, volgens de eigenaardige aanleiding des onderwerps zelve, eene meer wijsgeerige behandeling gewenscht en verwacht hadden, is echter elke bijdrage een aangenaam geschenk voor het geschiedkundig onderrigt; en wij moeten aan Schrijver en Uitgever den lof toekennen, dat de beschrijvingen en gekleurde afbeeldingen tamelijk uitlokkende zijn, om de aandacht gaande te houden, vooral wanneer hier en daar eenige niet algemeen bekende bijzonderheden voorkomen, welke allerwegen geschikt zijn om de nieuwsgierigheid te bevredigen. Van dezen aard is met name de beschrijving der zonderlinge Bruiloft, door Czaar peter I in 1710 te Petersburg gegeven, bij gelegenheid der echtverbindtenis van eenen Dwerg met eene Dwergin, waarbij 72 Dwergen van beide sekse tegenwoordig waren, en door de verscheidenheid van gestalten de verlustiging der hooge Gasten bevorderden.