ver de toediening van dit geneesmiddel tot de heelkundige bewerkingen brengt, (bl. 22). Dit is eene ongepaste verwarring van zeer verschillende zaken. De aanwending van een inwendig geneesmiddel kan nimmer eene heelkundige bewerking zijn, even min als de aderlating ooit een artsenijkundig (pharmaceutisch) geneesmiddel kan heeten. Hieruit volgt echter nog niet, dat de Heelmeester, bij de behandeling der ziekten, tot zijne hand en instrumenten bepaald is. Dit gedeelte der Geneeskunst wordt, zoo als celsus reeds, te regt, aanmerkte, niet Chirurgie genoemd, omdat het alleen, maar omdat het voornamelijk met de hand hulp aanbrengt. - Een bijvoegsel van de Heeren van der breggen en de lémon levert nog eenige nadere bijdragen tot de waardering van dit geneesmiddel.
De Hoornsche Geneesheer kuys geeft ons vervolgens eenige waarnemingen, betreffende het nut der loodsuiker in de longtering uit verettering. Deze verhandeling zal nog in 't volgend stuk vervolgd worden; hier vinden wij slechts twee waarnemingen, waaruit allezins het nut van dit middel blijkt. Wij moeten echter aanmerken, dat er ook nog andere, in die ziekte werkzame, middelen gebruikt zijn, waartoe wij het zaad van watervenkel brengen.
Op deze verhandeling volgen drie waarnemingen van navelstrengbreuken, welke wij insgelijks aan den straks genoemden Heer reynders verschuldigd zijn, en eene bijdrage tot het belangrijk geschrift van den beroemden sömmerring over dit onderwerp kunnen opleveren; waarbij de Schrijver ons tevens daarop oplettend maakt, dat dit gebrek onzen grooten landgenoot ruysch niet ontgaan, maar door hem zeer naauwkeurig beschreven is.
Behalve het gemelde, bevat dit stukje nog eene korte en zeer wel geslaagde beschrijving van een aanmerkelijk fungeus gezwel, op het oog zittende, en, met een gelukkig gevolg, weggenomen door den Utrechtschen Geneesheer greeve; wordende deze beschrijving door