Handboek der Materies Medica, of aanwijzing der kenteekenen en krachten der voornaamste Geneesmiddelen, voor min geoefende liefhebbers der Geneeskunde, ook dienende tot bevordering van het gebruik der Bataafsche Apotheek; door Adolphus Ypey, Hoogleeraar in de Geneeskunde aan de Universiteit te Leyden. Tweede, verbeterde Uitgave. Te Amsterdam, bij W. van Vliet. 1818. In gr. 8vo. XVI en 844 Bl. Met de Bladwijzers van de Nederduitsche en Latijnsche benamingen der Geneesmiddelen, benevens het Portret van den Schrijver. f 6-10-:
De ondervinding heeft de nuttigheid van dit werk gestaafd. Eene tweede uitgave toch is, bij dergelijke werken, als dit, hier te lande, eene ware zeldzaamheid. Ook gelooven wij niet, dat iemand, het eigenlijk oogmerk, waarmede dit boek geschreven is, onder het oog houdende, deszelfs doelmatigheid zal in twijfel trekken. Daar het nu bijna in ieders handen is, zoude het overbodig zijn, er veel van te zeggen. Alleenlijk meenen wij te moeten aanmerken, dat deze tweede druk werkelijk vermeerderd en verbeterd is. Er zijn weinige artikels van eenig aanbelang, welke geene blijken dragen van met aandacht te zijn nagezien. Daarom verwonderde het ons te meer, bij de ipecacuanha niets te vinden van de eigenaardige braakverwekkende stof (émétine), daarin door pelletier gevonden; bij den azijn, niets van de proeven van den Hoogleeraar parot, omtrent deszelfs werking in den typhus. Met genoegen zagen wij echter, dat de Hoogl. het gevoelen van den beroemden Geneesheer a roy niet deelt, welke beweert, dat de azijn ontstekingwerend werkt. Bij de magnesia hadden wij gaarne iets gezien over derzelver weldadig vermogen in graveel en steen; bij den kina, iets meer bepaalds omtrent deszelfs bestanddeelen. Wij