cher. Te Utrecht, bij J. van Schoonhoven. 1818. In gr. 8vo. 13 Bl. f :-3-:
In eenen tijd, dat er zoo veel werk gemaakt wordt van de bekeering der Heidenen, is het natuurlijk en billijk, oud Israël ook niet te vergeten. In Engeland, het middelpunt van de meeste dezer Christelijke pogingen, zit men te dien aanzien ook niet stil, en de inrigting voor arme Joden-kinderen, hetzij enkel tot onderwijs, hetzij teffens ter geheele opvoeding en verzorging, zal welligt blijken, een der doelmatigste middelen te zijn. Maar, werkt dit niet spoedig of niet zeker of niet edel genoeg? Althans de overtuiging van volwassenen, zoo door openbare prediking als geschrift, wordt mede te hulp geroepen; en wij hebben, onder ons zelve, de Heeren why en simeon zien verschijnen, wier eerste vervolgens is doorgetrokken tot in het hartje van Rusland, terwijl de ander meer dan ééne zijner gehoudene bekeeringsleerredenen, in het Hollandsch vertaald, heeft doen uitgeven. Wat wonder, dat de ijver onzer landgenooten, die in de andere pogingen van Engeland, ter uitbreiding van het Evangelie, zoo veel deel genomen hebben, ook gaande raakt omtrent lieden, die in grooten getale bij en onder hen wonen. De grijze de perponcher, onvermoeid in het bevorderen van godsdienstige begrippen en gevoelens, op het woord des levens gegrond, is ook hier de voorganger. En, wat den persoon betreft, wie zou eerder mogen hopen ingang te vinden, dan een man, van verkeerden ambtsijver of eenigerlei baatzucht onmogelijk te verdenken, achtbaar door aanzien en deugd, als van den rand des grafs zijnen natuurgenooten toeroepende: bekeert u, en laat u behouden, o Huis Israëls!?
Doch, na deze Heeren alle gehoord of gelezen te hebben, moeten wij bekennen, dat wij, Joodsch zijnde, door hen, naar ons tegenwoordig gevoel, niet overtuigd of bekeerd zouden zijn geworden, Over het geheel genomen, komen de Profetiën ons voor, ge-