wij erkennen, dat hij, ook met behulp waarschijnlijk van den Schrijver des Handboeks, allezins gelukkig geslaagd is; terwijl wij op deze Kaart, zonder te groote snippering of verminking, alle die landen en voorname steden, gebergten en rivieren aantreffen, welke zich onderscheiden, en wel naar die vroegere en laatste indeelingen en grenzen, waaromtrent de Mogendheden onderling zijn overeengekomen. Dat de Uitgever daarin de Fransche taal, als de algemeenste, gekozen heeft, moeten wij, onzes ondanks als 't ware, goedkeuren; te meer, omdat de Schrijver van het Handboek de leemte, welke daaruit in het oog en voor de behoefte van anderen ontstaan mogt, door het gebruik der landeigene taal van ieder land en volk, dadelijk hersteld, en de nuttigheid der uitgave, ook ten behoeve der scholen, allerwegen bevestigd en vermeerderd heeft. De gravure dezer Kaart, omtrent 37 duimen hoog en 47 breed, door de Heeren van beek en konsé, mag vrijelijk met de beste monsteren.
Als den Schrijver van het Handboek openbaart zich de Heer J a.g. boom, zijnde, indien men ons wél onderrigt hebbe, Christenleeraar te Boskoop. Voor zoo verre wij weten, is deze Schrijver nog nimmer met zijnen naam in het openbaar verschenen. Nogtans ontmoeten wij, in de behandeling dezes hoogstmoeijelijken onderwerps, zulk een allesomvattend overzigt van het geheel, zulk eene treffelijke afscheiding en wederzamenvoeging der deelen, zoodanige naauwkeurige uiteenzetting van alles, wat tot ontleding van ieder deel behoort, dat wij daarin allerwegen den zeer geoefenden en ervarenen man waarderen, die deze belangrijke studie gewis niet eerst onlangs of ter loops beoefend heeft, maar tot het pit en merg dezer kunstwetenschap is doorgedrongen.
Reeds de Inleiding, als proeve eener algemeene natuurkundige beschouwing van Europa, ten aanzien van ligging, bevolking, zeeën, bergen, rivieren, luchtgesteldheid, gronden en voortbrengselen, beveelt zich door hare beknoptheid en juistheid, zoodanig dat wij, als ware het, met hem de gansche reis door Europa ondernemen, en al het wetenswaardige leeren opmerken.
Hierna bevat de Iste Afdeeling, in vier Hoofdstukken, de onderscheidene Indeelingen, welke er, bij de Traktaten der Mogendheden, in de jaren 1791, 1802, 1807 en 1815, zijn gemaakt geworden; bij welke opgaven wij telkenreize over-